aanwezig zijn van de weg veroorloofde bovendien spoedige aanvoer van hulpmateriaal. Men kan wel zeggen dat de Krimpenerwaard en de Zwijn- drechtsche Waard aan de aanwezigheid van een gesloten weg- dèk op de kruin van de hoofdwaterkering hun behoud te danken hebben. d. e. Tracé en kunstwerken De beschadigingen die bij deze stormvloed zijn opgetreden, hebben doen zien van hoe grote waarde een vloeiend tracé van de dijken met de daarin gelegen kunstwerken is. Juist bij de uitspringende hoeken, bij plotselinge richting veranderingen van de dijken en naast de kunstwerken hebben zich zware beschadigingen voorgedaan. De kunstwerken heb ben het op zichzelf goed gehouden, maar het is gebleken, dat de aansluitingen ter weerszijden van het kunstwerk bijzondere aandacht vragen. Op diverse plaatsen is bovendien nog onder- loopsheid opgetreden. Nog steeds is de hoogte van de dijk echter het belangrijkste punt. Een voldoende hoogte betekent in het algemeen een stevig profiel van de dijk en een aantasting van het binnenbeloop is veel minder te vrezen. Een alleerste vereiste voor een goede dijk is dan ook, dat hij hoog genoeg is. Ten aanzien van bijv. de beplanting van dijken en het al of niet aanwezig zijn van voorland of slikken, zijn met de storm vloed belangrijke ervaringen opgedaan. De studies hieromtrent zijn nog niet beëindigd. Wel kan worden gezegd in algemene zin, dat beplanting van de hoofd waterkering ongewenst is. De aanwezigheid van voorland van voldoende breedte werkt steeds gunstig, indien het boven normaal hoog-water is gelegen. Ten slotte kan nog het volgende worden opgemerkt. Bij het onderzoek van de dijkbeschadigingen is het opge vallen, dat de aanhechtingen tussen de opgebrachte grond voor verhoging van een dijk en het oude dijkprofiel niet hoog moeten worden aangeslagen. Voorts, dat de aanhechting tussen in vroeger tijden herstelde dijksgedeelten met de onbeschadigde delen eveneens te wensen overlaat. 308

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 310