binnenbeloop, waarop een kleilaag is gedacht, wordt deze dijk
afgedekt met een laag zand-asfalt van 15 cm dikte.
Op 1 September 1953 kon met dit werk worden aangevangen
en voor de winter 1953-54 was een doorgaande dijk, met asfalt-
deklaag tot stormvloedshoogte, gereed langs het meest be
dreigde gedeelte bij het Flaauwe Werk.
Inmiddels wordt het werk voortgezet en verwacht mag wor
den dat komend najaar de dijk geheel zal zijn voltooid.
8. Binnendijken.
Na het noodherstel vergden ook de binnendijken op het
eiland de nodige aandacht. Hierbij stond men voor de keuze:
herstel van alle beschadigde dijken, waarvoor men de be
nodigde materialen van elders zou moeten aanvoeren, dan wel
een aantal binnenwaterkeringen te verenigen tot een tweede
waterkering, er daarbij naar strevende, dat de dorpskernen
zoveel mogelijk binnen de tweede waterkering zouden komen
te liggen.
Het laatste systeem is gekozen en in zoverre uitgebreid, dat
de tussen de hoofd- en tweede waterkering liggende schenkel-
dijken en enkele binnen de tweede waterkering liggende dwars-
dijken zouden worden gehandhaafd en zo nodig worden her
steld. Voor de herstelling waren de buiten dit systeem vallende
dijken beschikbaar.
Door de schenkeldijken lager te houden dan de tweede
waterkering is ingeval van overloop of doorbraak van de
hoofdwaterkering een veelal onbewoond gebied als water
berging voorhanden. Zou een inundatie voortschrijden na for
cering van de tweede waterkering, dan zijn er de dwarsdijken,
welke de verspreiding van het water kunnen beperken (locali-
seren).
Om het systeem te vervolmaken was niet te ontkomen aan
de bouw van een drietal schakels en wel nabij Oude Tonge,
Nieuwe Tonge en ten zuiden van Goedereede. Ter verwezen
lijking van het systeem moesten een aantal duikers afsluitbaar
worden gemaakt en enige huizen worden afgebroken.
In het algemeen zijn de herstelde dijkvakken van de binnen
dijken gelegd op 2,50 a 3,00 m boven N.A.P. afhankelijk van
de ligging t.o. van de buitendijk en de herstelde schenkels
299