gietasfalt geïmpregneerde stenen berm (zie profiel 1). De
constructie van het dijkvak, liggende op het gors vóór de Van
Brienenspolder is gelijk aan die toegepast bij de bouw van het
dijkvak Sluishaven—Herkingen (zie profiel 2).
De kruinshoogte varieert van 5,55 m boven N.A.P. (Pallandt-
polder) tot 6,15 m boven N.A.P. (gedeelte over het gors). Het
buitenbeloop helt onder 1 3^2 en het binnenbeloop onder
1 214. Over de gehele lengte van de dijk is de binnenteen
voorzien van een drainage.
De asfaltmengsels werden vervaardigd op het haventerrein
te Middelharnis-haven. Er waren 4 asfaltmolens in bedrijf. De
asfaltbekleding is geheel gereedgekomen.
De binnenbekleding werd in hoofdzaak ontleend aan de
Oostplaatse dijk en de kaden van de Brienenspolder.
Ter voorkoming van een verdere afslag van de onbeschermde
gorsrand, waardoor de nieuwe dijk in gevaar zou komen, werd
over een lengte van 600 m een rijsbeslag met stortsteen
aangebracht.
Tengevolge van de bouw van deze dijk, waarin geen uit
wateringsmiddelen van de achtergelegen polders waren toege
laten, moest het achterliggende complex polders zijn afwatering
herzien, hetgeen geleid heeft tot een gezamenlijk ontwaterings
plan met bemaling te Stad a/h Haringvliet, dat aan het einde
van het verslagjaar gedeeltelijk in uitvoering was.
6. Overige door de Provincie herstelde buitendijken
I. Dijken van de polders Oud-Uerkingen, Roxenisse en
Gabriëllina (bijlage 19, profielen 9, 10, 10a en 11)
Deze dijken waren weliswaar zeer zwaar beschadigd, doch
konden worden hersteld. Het herstel geschiedde in hoofdzaak
met zand, dat werd aangereden met vrachtauto's. De bekle-
dingsgrond van het zandlichaam werd grotendeels ontleend
aan de binnendijk, liggende tussen de polders St. Elisabeth en
Oud-Herkingen (Peuterdijk).
Aan de herstelde dijken is enige overhoogte gegeven; het
behouden buitentalud is gehandhaafd, terwijl aan het binnen-
talud een helling is gegeven van 1 2y2. Waar nodig werden
de herstelde dijken aan de binnenteen van een drainage voor
zien.
296