aggregaat in werking heeft gesteld. Het andere werd in zijn
geheel naar de Diederik gebracht.
28 Februari werd de hulppomp stilgezet. Twee dagen latei-
had het poldergemaal het laatste overtollige water uit De Oude
Plaat geslagen.
De Oudelanden van Sommelsdijk en Middelharnis en de
Duivenwaard
Vanaf de ramp is er via de z.g. „lange duiker" in de Oude-
landse dijk en de uitwateringssluis te Middelharnis voortdurend
water vanuit de bovengenoemde polders in de havens van
Middelharnis en Sommelsdijk geloosd.
Dit haalde echter weinig uit, doordat het water via de tal
rijke stroomgaten in de Duivenwaardse dijk bleef toestromen.
Met het sluiten van het laatste en tevens grootste stroomgat
(in de nacht van 26 op 27 Februari) waren de polders echter
van het buitenwater afgesloten.
27 Februari werden de electrische poldergemalen, waarvan
de motoren direct na de ramp omhoog waren getakeld, weer
in bedrijf gesteld. Tezamen met de uitwateringssluizen hebben
deze de polders op 10 Maart droog gekregen.
Klinkerland en Battenoord
Eerst na sluiting van het stroomgat in de Klinkerlandse
Zeedijk, op 13 Maart 1953, konden deze polders worden droog
gemaakt. Op die datum is men dan ook onmiddelijk met de
natuurlijke lozing begonnen, terwijl 27 Maart ook het polder
gemaal in werking werd gesteld.
10 April waren beide polders geheel droog.
Van Pallandtpolder en het Bezomerkade Gors
Doordat de sluiting van het stroomgat in de buitendijk op
19 Maart bij laagwater geschiedde, vielen de bovengenoemde
polders practisch meteen droog.
Oostplaat Flakkee
Vanaf 1 Februari heeft men via de bestaande uitwaterings
sluis op de haven van Middelharnis geloosd. Op 16 Februari
was de Oostplaat Flakkee weer aan peil.
282