Sommelsdijk geopend, waardoor op 13 Februari het land weer droog kwam. Kraayestein en Everdina Maandag 2 Februari liep de polder Kraayestein vanuit de Everdina vol, terwijl aan de andere zijde het water via de uitwateringssluis naar de haven van Dirksland liep. De aanvoer overtrof de afvoer sterk, waardoor Kraayestein Dinsdag blank kwam. Op die dag werd de waterstroom vanuit het Zuiden echter afgesneden, zodat de volgende dagen de natuurlijke lozing zijn invloed deed gelden. Nadat het peil van de beide polders tot beneden de water scheiding was gedaald, liep de polder Kraayestein verder alleen leeg. 9 Februari was de waterstand hier weer normaal. In de 2e week na de ramp heeft men in de waterscheiding 2 sleuven gegraven, waardoor het water van de Everdina verder in Kraayestein kon weglopen. 14 Februari was ook deze polder droog. De Oude Plaat 2 Februari heeft men de bestaande uitwateringssluis open gezet, terwijl 3 dagen later het poldergemaal weer in' bedrijf kwam. De directe invloed op het grote watervlak was echter gering, zodat het water tot de kruin van Gelderse- en Zuiddijk bleef staan. Teneinde deze waterkering te ontlasten heeft men daarop het gors bij Herkingen doorgestoken met alle gevolgen van dien. Om De Oude Plaat weer van het buitenwater af te sluiten is men onmiddellijk aan het dichtmaken van de stroom- gaten in de Wellestrijpse dijk begonnen. Het laatste gat werd 10 Februari gesloten, met dien ver stande echter, dat men een klein geultje open liet waardoor het hogerstaande water van De Oude Plaat nog naar Klinkerland kon weglopen. In de tweede week van Februari werden 2 pompen aange voerd en op de Wellestrijpse dijk geplaatst. 19 Februari waren de hulpgemalen bedrijfsklaar. Het water was .intussen echter zover gedaald, dat men slechts één 281

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 283