liggende gors belette daarna zowel het verder uit- als instromen. Aangezien de Eendragt rijdende was kon deze polder zijn overtollig water niet op de gebruikelijke wijze kwijt raken. Bovendien was de verbindingsduiker in het ongerede geraakt. Ter plaatse van de uitwateringssluis in de Oudedijk heeft men daarom een hulpgemaal opgesteld. 28 Februari werd dit in werking gesteld en 4 Maart was de Halspolder droog. Poldertje van Goekoop Dit poldertje is op 16 Februari, door natuurlijke lozing drooggevallen. Molengors Dit is op dezelfde wijze op 15 Maart drooggekomen. De Nieuwe Kroningspolder, de Kroningspolder en de Bospolder Deze 3 buitenpolders zijn via bestaande uitwateringssluizen op resp. 7, 14 en 21 Februari drooggekomen. Nieuw-Stellendam Deze kleine polder heeft het meest van de watersnood te lijden gehad. De eerste tijd moest men de polder aan zijn lot overlaten, met het gevolg, dat het water via de talrijke stroom- gaten steeds in en uit kon lopen. In Mei werd met de reconstructie van de Nieuw-Stellendamse Zeedijk begonnen, en op 8 Juni was de polder geheel afgesloten. Aangëzien de uitwateringssluis in de Damdijk vernield was heeft men de. polder met behulp van een noodgemaal moeten droogmalen. Op 17 Juni was de droogmaking een feit. W outrinapo Ider Nadat het buitenwater weer tot zijn normale peil was gedaald is dank zij de aanwezigheid van hoog voorland, geen water meer in de polder gevloeid. Op 3 Februari heeft men de 2 duikers in de Damdijk geopend waarna de tamelijk hoog liggende Woutrinapolder op de rijdende Eendragt is leeggevloeid. 278

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 280