in de Kleine Zuiderpolderse dijk gesloten. Vervolgens werd
een pomp opgesteld, die het water op de Kleine Zuiderpolder
sloeg. Door natuurlijke lozing via de bestaande uitwaterings
sluis en door pompen van het bovengenoemde noodgemaal is
de polder Nieuw-Westerloo op 31 Maart drooggekomen.
De Nieuwe Oostdijk
Na de ramp stond 85 van de polder onder water. Maan
dag 2 Februari is men direct door de bestaande uitwaterings
sluis gaan lozen, waarna op 6 Februari de normale toestand
weer was hersteld.
De Rooklaasplaat
Na sluiting van de diepe bres in de hoofdwaterkering is deze
polder op natuurlijke wijze via de bestaande uitwateringssluis
in de Noordhavendijk leeggelopen.
Bokkepolder
7 Februari is het oostelijke deel, de z.g. Gorspolder, door
natuurlijke lozing op de haven van Goedereede drooggekomen.
Het water van het meest westelijke polderdeel is ook betrekke
lijk vlug, door aflopen naar Den Ouden Oostdijk, verdwenen.
Het middelste gedeelte verkeerde echter in de ongunstigste
positie, doordat door instorten en afstoppen van de uitwate
ringsduiker in de Korte Nieuwe dijk het water niet kon af
vloeien. Tenslotte heeft men op de Lange Nieuwe dijk een
noodgemaal opgesteld, dat het opgesloten water op de polder
De Rooklaasplaat bracht.
Groote Zuiderpolder
In de trambaan, welke de polder in een noordelijke en zuide
lijke helft verdeelt, bevinden zich 2 open duikers, die na de
ramp verstopt raakten. Hierdoor zijn de beide delen afzonder
lijk drooggekomen. De noordelijke helft is op normale wijze
via de bestaande uitwateringssluis leeg gelopen.
Het gebied ten zuiden van de trambaan bleef tengevolge
van stroomgaten in de Groote Zuiderpolderse dijk en de buiten
dijk van de Schaddelee polder nog lange tijd rijdende.
Op 14 Maart werd door het sluiten van de ringkade, in het
uiterste zuidelijke deel van de polder, de verbinding met het
buitenwater verbroken.
276