Nieuw Westerloo van het buitenwater afgesloten en werd door het stroomgat in de Kleine Zuiderpolderse Zeedijk nog alleen de Kleine Zuiderpolder geledigd en gevuld. In het begin van April werd een directe aanval op het tot 3.50 m N.A.P. uitgeslepen gat ondernomen. Na het aanbrengen van 3 lagen zinkstukken werd een zand- zakkendam gebouwd. 11 April was het gat gesloten, doch de volgende dag brak de dam bij een hoog tij van 2.00 m N.A.P. weer door. Op 21 April werd het stroomgat echter definitief gedicht. Hierna heeft men de sluitdam tot 3.00 m N.A.P. verhoogd. h. Het stroomgat in de buitendijk van de polder Schaddelee Door het maken van een ringdam in het uiterste Zuiden van de Groote Zuiderpolder en het opwerpen van een wal tussen de Ooievaarsdijk en de buitendijk van de Schaddelee kwam er na 14 Maart 1953 practisch geen water meer door het hierboven genoemde stroomgat. Op 27 April werd het stroomgat, dat een maximale diepte van 3.10 m N.A.P. had, door middel van een gronddam ge dicht. 17. Het dichten van de stroomgaten in de voorliggende dijken i. Het stroomgat in de dijk van de polder Preekhil-Zuid Aangezien het stroomgat slechts toegang gaf tot de uit riet en water bestaande inlaag van 5 ha heeft men dit voorlopig open laten liggen. In het begin van Mei is het stroomgat tegelijk met het definitief herstel van de Oudelandse Zeedijk direct tot het volle dijksprofiel gesloten. j. Het stroomgat in de buitendijk van de Van Pallandt- polder. De vloedkom van bovengenoemd stroomgat bestond uit de vrij hoog gelegen van Pallandtpolder en het Bezomerkade gors. Er ging dan ook betrekkelijk weinig water door heen. Een blijvend gevaar was echter het aangrenzende en ter plaatse zeer diepe Haringvliet. In de morgen van de 19e Maart werd het gat met gebruik van oplossers en 4 draglines, door middel van grond en zand- 270

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 272