de derde coupure, in verband met de ervaringen tijdens de
stormvloed, door het aanbrengen van een kleikist de nodige
voorzieningen tegen onderloopsheid zijn getroffen.
Door de gemeente Dordrecht werd het beschadigde binnen-
beloop (plaatselijk oprit) van de dijksgedeelten tussen de spoor
baan Dordrecht—Zwijndrecht en de Hoge Bakstraat, nabij de
Hoogt en nabij de Bleyenhoek, onderdelen van het 16e dijkvak
van de hoofdwaterkering door de binnenstad van Dordrecht,
hersteld.
Eveneens vanwege voornoemde gemeente werd uitgevoerd
het herstel van het binnenbeloop met steenbekleding van de
Noordendijk (dijkvak 17), waarbij door het stellen van perron
stukken langs de binnenkruinlijn de waterkering daar ter
plaatse op 4.00 m N.A.P. werd gebracht.
Het plan voor de uitvoering van dit werk, waarvan op
bijlage 17 een algemeen dwarsprofiel is gegeven, verkreeg bij
besluit van 1 October 1953, No. 56197 (afd. W.R.) de vereiste
goedkeuring van de Minister van Verkeer en Waterstaat, met
de opmerking, dat, daar de kering slechts langs de binnen
kruinlijn op 4.00 m 4- N.A.P. werd gebracht, het plan nog niet
kan worden aangemerkt als een verhoging van de waterkering
boven de voorgeschreven kruinshoogte van 3.60 m N.A.P.
5. Ook aan de waterkeringen van de buiten de hoofdwater
kering gelegen bedijkte buitenpolders werden de nodige
werken tot definitief herstel uitgevoerd.
Jagerspoldertje
Door de gemeente Dordrecht werd de westelijke dijk van dit
poldertje ter plaatse van de daarin ontstane doorbraak hersteld.
Nieuwe Stadspolder en Stadspolder
Nadat het stroomgat in de waterkering van de Nieuwe Stads
polder langs het Wantij door opzinken was gesloten, werd deze
zwaar beschadigde buitendijk hersteld tot een gelijkwaardig
waterkerend vermogen.
Ook de schade aan de buiten waterkering van de Stadspolder
langs het Wantij werd hersteld.
Het werk werd vanwege de gemeente Dordrecht uitgevoerd.
De Noord-Bovenpolder
Het herstel van de buitenwaterkering van deze polder werd
217