Nieuwe Beerpolder gekregen. Omstreeks 5 uur kwam met
grote kracht het water over de tussenliggende Zanddijk zetten
en tastte het oostelijk talud van deze binnendijk aan.
Bovendien vielen in de buitendijk van de Louisa- en Canne-
manspolder verschillende gaten, n.l. twee aan weerszijden van
een indertijd uitgevoerde dijksverzwaring en twee aan weers
zijden van de uitwateringssluis van deze polder. Het binnen-
talud werd over grote lengte aangetast. Na de ramp zijn de
gaten met rietzoden, klei of zandzakken gedicht. Door natuur
lijke lozing werd op 14 Februari het polderpeil weer bereikt.
h. Polder De Biesbosch.
De buitendijken van „De Biesbosch" zijn in de rampnacht
niet ernstig beschadigd. Bij de Oosthaven en bij de Westhaven
is water door de dijk gekweld, waardoor enig zand werd uit
gespoeld. Nadat de Louisa- en Cannemanspolder geheel was
ingestroomd, begon het water over de Louisapolderse dijk de
polder „De Biesbosch" in te stromen. Weldra liep hier 0.50 m
water over de dijk. Deze binnendijk was hiertegen niet over
de gehele lengte bestand en brak ten slotte op 2 plaatsen door.
Met het dichten van de gaten, door middel van zand en klei,
werd reeds op 2 Februari begonnen. De volgende dag waren
de bressen gesloten en kon het water niet meer uit de Louisa-
en Cannemanspolder toevloeien.
De tot „De Biesbosch" behorende Haniaspolder kwam slechts
dras te staan, terwijl een gereelte van de Zuid Buitenpolder
geheel droog bleef.
Door sluisgang kwam de polder op 8 Februari droog.
C. de polders gelegen tussen de Beneden Merwede, de
Nieuive Merwede en het Wantij
i. Al de in dit gebied gelegen polders zijn overstroomd. De
meeste van deze polders worden beschermd door kaden, welke
lager liggen dan 2.70 m N.A.P.; zij zijn dan ook reeds
Zaterdagavond 31 Januari ingelopen.
De polders Kort en Lang Ambacht, De Ruigten bezuiden
de Pereboom, en Aart Eloyenbosch waren omringd door dijken,
welke tot ongeveer 3.50 m boven N.A.P. reiken.
Deze polders zijn eerst Zondagnacht ingevloeid. Alle polders
215