kosten zullen 240.000,— bedragen, met inbegrip van de kosten van het aanbrengen van stromatten. Van Kuipersveer tot en met het Schouten einde te Puttershoek (dus met inbegrip van het gedeelte waar de hoogwaterkerende dijk is verhoogd met een betonmuurtje) was aan de hoofdwater kering geen schade (dijkvakken 6, 7, 7a en 8). Ook de dijk van het Nieuweland van Puttershoek (dijkvak 9) werd niet beschadigd. Zoveel te meer echter de voorliggende dijk van het Nieuwe Poldertje. Voor het herstellen van de gaten in de Gorsdijk, d.i. de dijk van de Mijlpolder, was het nood zakelijk eerst de 10 gaten in de dijk van het Nieuwe Poldertje ter lengte van 4—40 m, waarvan 6 stuks bij de berm af, te dichten. Dit herstel maakte deel uit van de opdracht aan één aannemer om de hoofdwaterkering in het N.O., O. en Z.O. van het eiland te herstellen in de oude toestand. De grond voor het dichten van de gaten in de dijk van het Nieuwe Poldertje werd ontgraven uit de polder (dijksloot werd naar het Zuiden toe verbreed) en uit het voorliggende rietgors. Voor het herstel van de gaten in de Gorsdijk van de polder de Mijl (dijkvak 10) was het eveneens gewenst eerst de voor liggende dijk van de polder Groot-Koningrijk te dichten. Op 8 Februari 1953 werd reeds een aanvang daarmede gemaakt. Binnendijks werd een perceel grasland ontkleid en de grond werd in de gaten gereden. Half Juni 1953 was het herstel van de stormvloedschade aan de dijk van de polder Groot-Koning rijk gereed. Bij het dichten van de gaten in deze dijk is geen zand te pas gekomen; er werd uitsluitend klei verwerkt. Wel werden de in de polder gegraven putten met zand volgespoten, welk zand werd gebaggerd in de Oude Maas en met bakken vervoerd naar de perszuiger, die in de Oude Maas ligplaats had gekozen. Voor afdekking van dit zand benutte men in het Oosten van de polder slib, dat in de Krabbegeul (tussen Oude Maas en Mallegat ten O. van de Krabbepolder) werd gebaggerd, waar door deze geul op diepte werd gebracht en zodoende werk met werk is gemaakt. Het slib werd door de zuiger op het zand gespoten. In het Westen daarentegen zijn de kleiputten afge dekt met daartoe in depot opgeslagen grond, welke werd aan gereden met karren en licht spoor en geëgaliseerd m.b.v. een dragline. 188

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 190