tenslotte, de Oucl-Bonaventurasedijk, heeft het wel zeer zwaar
te verduren gehad onder de aanvallen van het in de polder
staande water. De lage ligging van deze dijk noopte tot het
maken van een ophoging, welke hier en daar een meter hoog
was en waarvoor naar schatting 200.000 zakken zand zijn ge
bruikt. De toestand was meerdere malen zeer critiek. Het
behoud van de dijk betekende het behoud van „Het Oude Land
van Strijen", welke polder nu door enig overslagwater en door
kwel dras kwam te staan.
7. De Schenkeldijk van 's-Gravendeel, welke van weers
kanten water kreeg te keren, vertoonde aan beide zijden
afkalvingen.
Zo was het eveneens gesteld met de Achterdijk en de Kooi-
landsedijk; afkalvingen en hier en daar een gat. De Boomdijk,
over een grote lengte een tweede slaper, welke de Strijense
Polder moest beschermen, werd door het water van Meeuwen-
ord en Beversoord dusdanig beschadigd, dat herstel van deze
dijk niet verantwoord was. Hij is verder als grond-depót be
schouwd, waaraan de voor het herstel van verschillende bin
nendijken benodigde grond werd ontleend.
De Buitendijk van het Land van Essche, kreeg, na de door
braken van de Hogezandse polderdijk, het water vanuit het
Westen te keren, kon daaraan niet voldoen en brak door. Een
achttal grote gaten, met een totale lengte van 457 m en van
vrij grote diepte, was het resultaat. Dit gebeurde op de laagste
ilaatsen van de dijk. Het water in de Hogezandse polder heeft
een hoogte van 3.64 m 4- N.A.P. bereikt. En juist in de bocht
van de Buitendijk ligt deze op gein. 3.30 m N.A.P., terwijl
daar waar de andere doorbraken optraden, eveneens kruins
hoogten van 3.30 m N.A.P. waren opgemeten. Hetzelfde
water sloeg ongeveer drie uur later een vijftal gaten in de ten
Oosten van de Buitendijk gelegen Schenkeldijk van het Land
van Essche, waardoor het de Strijense polder instroomde. Dit
water en het van het Noorden gekomen inundatiewater ont
moetten elkaar nabij Strijensas, hetgeen voor ooggetuigen dui
delijk waarneembaar was.
Eveneens vanuit de Hogezandse polder werden de Klemse
Zeedijk en de Schuringsedijk (of Numanspoldersedijk) aange
vallen. De eerste was daar niet tegen bestand; twee grote gaten,
179