is ook hier te wijten aan drijfhout, gecombineerd met golfslag
van binnen uit. Een lage plaats in de dijk, nabij de schutsluis
te Strijensas, werd tijdig met behulp van zandzakken op hoogte
gebracht teneinde overlopen te voorkomen.
Voor de schade aan de dijken van het Land van Essche c.a.
en van de Johannapolder (dijkvakken 17 en 18), de laatste een
deel van de waterkering van de polder De Gorzen en Aan
wassen van den Lande van Essche, moet weer hetzelfde betoog
worden gehouden: overlopen van water en jutteren van drijf
hout, alsmede golfslag waren de hoofdoorzaken van beschadi
ging van het binnenbeloop. De vóór de Johannapolder liggende
Albertpolder liep door overstortend water vol, waardoor het
binnentalud van de buitenwaterkerende dijk van die polder
hier en daar werd beschadigd, hetgeen weer belangrijke
kruinsverlagingen tengevolge had.
De afslag van het binnentalud van de dijk van de Nieuwe
Bekade Heuvelpolder (dijkvak 19), eveneens een onderdeel van
de hoofdwaterkering van De Gorzen en Aanwassen van den
Lande van Essche, moet weer aan drijfhout en golfslag worden
geweten, zij het dan dat overstortend water hier ook een vrij
grote rol heeft gespeeld.
Alle tot dusver besproken beschadigingen zijn zonder meer.
zo spoedig zulks mogelijk was, in de oude toestand hersteld.
Bijzondere noodmaatregelen, als tijdelijke zandzakkendijken of
ncodkeringen e.d., waren, gezien cle hoogteligging van de in
de gaten aanwezige drempels, niet nodig. Die plaatsen, waar
wel moest worden ingegrepen om erger te voorkomen, zijn alle
afzonderlijk genoemd.
4. Bij de rondgang langs de hoofdwaterkering van de
Hoeksche Waard komen we nu echter in een gebied, waar
noodmaatregelen moesten worden getroffen: de dijk van de
Hogezandse- en Torensteepolder (dijkvak 20). Van de 4.5 km
lange dijk van de Hogezandse polder langs het Hollandsch
Diep verdween bijna 2 km, verdeeld over een vijftiental gaten,
waar de dijk overal ter hoogte van de berm was weggeslagen
en op vele plaatsen aan de binnenzijde zelfs nog dieper, zodat
een groot aantal wielen ontstond.
De dammetjes, welke tussen de gaten waren blijven staan,
vertoonden zoveel afslag, dat zij bijna alle eerst moesten
170