plaatse van de lekkages zandzakken aangebracht, waardoor
(vermoedelijk) erger is voorkomen. Zodoende heeft men een
slechte dijk weten te behouden.
Trouwens de meeste dijken in het Oosten van het eiland zijn
er goed afgekomen. Bijvoorbeeld cle Küdijk van de polder
Trekdam (dijkvak 13) is er vrijwel zonder kleerscheuren
afgekomen.
Goed kwamen er ook af de dijken langs de Kilpolder en
Beversoord (dijkvakken 14 a, b en c).
Dijkvak 14 d, langs de polder Meeuwenoord, liep wel schade
op. Er ontstonden een gat en taludbeschadigingen.
3. De zwaarste klap in dit gebied kreeg de dijk langs
Oud-Beversoord (dijkvak 14) te verduren; diverse vrij grote
gaten en afkalving van het binnentalud waren het resultaat
van de aanval, welke het water, dat de voorliggende polders
had geïnundeerd, op dit deel van de hoofdwaterkering inzette.
En deze aanval was zeer fel, waar de voorliggende dijk van
de Mariapolder op zeven plaatsen ongeveer tegelijkertijd brak
en het water dus een inderdaad massale frontaanval kon
inzetten. Eén van de gaten in de Mariapolder dreigde een
stroomgat te worden, doch kon door snel ingrijpen met behulp
van zandzakken en grond worden gedicht.
Ook de Strijense polder kwam diep in het water te staan
zonder dat één van de beschermende hoofdwaterkeringen brak;
doorbraken van binnendijken waren de oorzaak.
De Strijense dijk of Sassendijk (dijkvak 15) werd ernstig
beschadigd. Was er aanvankelijk enig overstortend water,
waardoor geringe afkalvingen van de grasmat ontstonden, latei-
lag het in de polder aanwezige drijfhout tegen het binnentalud
te beuken met als gevolg zeer zware beschadigingen. Over
grote lengte is het talud daar ook grotendeels verdwenen, steil
af bij de grindverharding op de dijk.
Eenzelfde beeld, zelfs in heviger mate, vertoonde de
Strijensedijk, daar waar hij geen voorliggende waterkering
beeft (dijkvak 16). Reeds eerder werd opgemerkt, dat de
aanwezigheid van de brede grienden deze dijk heeft gered, in
zoverre, dat de aanrollende golven werden gebroken en daar
door de dijk niet met zó grote kracht bereikten als anders het
geval zou zijn geweest. Wat er aan beschadigingen is ontstaan,
169