147 rijweg werd vanaf de Ruigendijk (binnendijk) tot 200 m voorbij de Voorweg in de polder Oudenhoorn op de binnenberm van dit dijkvak een verharde weg ter breedte van 2.70 m aangebracht. Ter plaatse van het voormalige stroomgat in dijkvak 33 werd een nieuwe basaltglooiing ter breedte van 18 m en tot een hoogte van 3.70 m N.A.P. aangebracht. Hiervoor werden 1500 ton door de dienst van de Zuiderzeewerken geleverde basaltzuilen verwerkt. Op bijlage 13 zijn een tweetal profielen (2 en 3) van dit herstel- en verbeteringswerk gegeven. Met inbegrip van de aankoop yan grond hebben de kosten van uitvoering van voornoemde werken in totaal rond f 512.000,— bedragen. Het herstel van de waterkering ter plaatse van de doorbraak in dijkvak 32 en van het buitenbeloop vanaf de Hoornse Hoofden tot het gemaal van de polder Oudenhoorn, waarbij in totaal 4150 m3 zand en 3810 m3 klei werd verwerkt vorderde een uitgave van rond 70.000,—. Tussen de Hoornse Hoofden en het gemaal van de polder Oudenhoorn werd 2680 m2 glooiing hersteld en 460 m2 steen glooiing en 145 m2 klinkerglooiing vernieuwd. Verwerkt werden 270 ton basaltzuilen en 260 m3 puin. Deze herstel werkzaamheden vorderden een totaalbedrag van rond 35.000,—. Het herstelde buitenbeloop werd belegd met 6900 m2 stro- mat, Op 4080 m2 daarvan werd tevens een rijsbeslag aange bracht. Voorts werd 1500 m2 hersteld buitenbeloop alleen belegd met rijsbeslag. e. Het herstel van de beschadigde dijk van de polder Zuidland (dijkvak 31) langs het Haringvliet is onder directie ran de Provinciale Waterstaat uitgevoerd. Na aanleg van de noodkaden vóór de 3 dijkbressen werden deze bressen en de binnendijks daarachter ontstane wielen, tot even boven maaiveldshoogte, volgespoten met zand, betrokken uit het Haringvliet. Foto 22 geeft een beeld van één dezer met zand volgespoten bressen. De opspuiting werd daarna onder profiel gebracht, waarbij net overtollig zand in de kern van de dijk tot een maximum hoogte van 2.00 m N.A.P. werd verwerkt.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 149