onder leiding van de Directie Zuid-Holland van de Rijks- watertsaat tot stand gebracht. Genie- en infanterietroepen ver leenden hierbij hun medewerking. Doordat het stroomgat betrekkelijk spoedig was gesloten en er in die periode geen hoog water voorkwam, heeft deze kering geen dienst behoeven te doen. Gelet echter op de grote uitge strektheid van het drooggebleven gebied ten westen van het kanaal en de mogelijkheid van mislukken van de dichting van de Oudenhoornse zeedijk, was dit werk zeer zeker verantwoord. 5. Als noodherstel van bovenomschreven schade en ten behoeve van de droogmaking in dit gebied werd het navol gende gedaan. Foto: Schaap, Rotterdam Foto 20. Dichting gat in Bossendijk (Rozenburg) Op 3 Februari werd het stroomgat in de Bossedijk op Rozenburg tot een hoogte van 1.00 m N.A.P. met zandzakken gedicht. Door een haalgolf van een snelvarend zeeschip is de dam echter in de avond van de 4e Februari weer doorgebroken. Het in- en uitstromende water verdiepte vervolgens het stroom gat tot 4.60 m N.A.P. Om verdere uitschuring te voorkomen 140

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 142