naamde Bouwpolder van de polder Abbenbroek onder water. Via bressen in de Oudenhoornse Zeedijk stroomde Zondag morgen de achterliggende polder Oudenhoorn vol. Aangezien het uitgesloten was de gaten in de hoofdwater kering te dichten, heeft men Zondagmorgen getracht, het water voor de Oudenhoornse Molendijk, het Korte Dijkje, de Kater- waalsedijk, de Oude Waaldijk en de Oudelandse dijk te keren, om daarmede de overstroming in dit gebied tot de polders Oudenhoorn, Zuidland en het zuidoostelijk deel van de polder Abbenbroek te beperken. Zondagmorgen om 9 uur was men reeds met zandzakken aan het werk om de lage gedeelten in genoemde binnendijken op te hogen. De tweede vloed van Zondag was echter zo hoog, dat de aangebrachte noodkaden overstroomden of bezweken, waarna 's middags om 5 uur de polder Nieuwenhoorn-Oost en de Wei polder van de polder Abbenbroek onderliepen. Hoewel op 2 Februari, door het maken van opkistingen op de Rijswaardse- en Leendijk en later op de Konijndijk, nog werd getracht de polder Heenvliet Oost geheel of gedeeltelijk droog te houden, moest men steeds weer voor het wassende water wijken. Ook heeft men nog getracht om het water langs de trambaan aan de zuidzijde van de Groene Kruisweg te keren. Door het snelle stijgen van de waterspiegel, de ontoereikende hoogte van de binnendijken en trambaan, benevens de moeizame aanvoer van zandzakken waren alle pogingen echter vruchte loos. Weldra stond het water ten westen van de kom van Heenvliet tegen de waterkering langs de Brielsche Maas en waren de dorpen Oudenhoorn, Abbenbroek en Zuidland ge heel door het water omgeven. Op dat moment vormde de oostelijke dijk langs het kanaal door Voorne de westelijke grens van het natte gebied. Deze dijk heeft gemiddeld een hoogte van 1.80 m N.A.P.; plaatse lijk komen echter lage stukken voor van 1.00 m N.A.P. Op 2 Februari werd begonnen met het verhogen van deze dijk met zandzakken, die in de duinen bij Rockanje gevuld werden. Deze werden per vrachtauto naar de oostelijke dijk vervoerd, waar zij door grote groepen vrijwilligers, militairen, studenten en padvinders werden opgestapeld. Deze werkzaamheden 138

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 140