sloten, volgelopen. Door de kracht van de stroom werd de coupure weggeslagen en ontstond in de dijk een gat met een lengte van 35 m en een drempeldiepte van 6 m N.A.P. Bij het definitieve herstel heeft men de coupure laten ver vallen en werd de betonweg met opritten over de Krabbendijk heen gevoerd. Op 2 Februari zijn de gaten in de waterkering van de God zij Dankpolder provisorisch met zandzakken (12.000 stuks) en grond gedicht. g. De Zanddijk. Nadat bij het veer naar Maassluis het voor de hoofdwater kering liggende poldertje „De Goudmijn" was volgelopen, stroomde het water over de Zanddijk in het polderdeel Nieuw Rozenburg, dat gedeeltelijk dras kwam te staan. Hierbij werd het binnenbeloop van de Zanddijk beschadigd. De Heuveldijk, die deel uitmaakt van de waterkering van de Goudmijn, werd zowel aan het buiten- als aan het binnenbeloop vrij ernstig aangetast. Zondagmorgen na de ramp had men bij vallend water reeds de Zanddijk met zandzakken opgehoogd. h. De Kooilandse dijk. Ook hier is het water over de dijk gestroomd. De gevolgen van dit overstromen bleven beperkt tot gevulde sloten in het achterliggende gebied. i. De Bossedijk. In de Bossedijk langs de Nieuwe Waterweg is, op de plaats waar deze dijk een ombuiging naar binnen maakt, door over stroming een gat van 60 m ontstaan, hetwelk zich spoedig tot een stroomgat ontwikkelde met een stroomvoerend gedeelte van 30 m en een diepte van 2.60 m N.A.P. Hierbij werd de voorliggende basaltglooiing vernield. Het instromende water zette het polderdeel Ruige Plaat onder water, waarna, door overstroming van de binnendijken, de delen Blankenburg en Lange Plaat volgden, 's Zondags zijn nog vertwijfelde pogingen gedaan, om het water langs de binnendijken te keren, doch deze mislukten. Het binnenbeloop van de Bossedijk langs de Botlek is na de 128

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 130