127
d. De Scheurdijk.
Door het niet sluiten van de coupure bij de loswal van de
Domeinen is ten tijde van de hoogste vloed water in de
Scheurpolder gelopen. De sloten werden gevuld, doch het land
bleef juist boven water.
Het buitenbeloop van de waterkering langs de noordzijde
van de Noordbank- en Jantjespolder is ten westen van de spui-
sluis van Rozenburg door golfslag over een lengte van 580 m
beschadigd. Bij de hoogste vloed is over het hierboven be
doelde dijksgedeelte water gestroomd, waardoor een bres van
13 m ontstond. De achterliggende Noordbankdijk kon het naar
binnen stromende water niet keren, met het gevolg dat veel
water de Jantjespolder is binnengekomen. Ook liep er enig
water over de dijk van de Noordbankpolder. Deze polder heeft
het meeste water echter via de verbindingsduiker uit de
Jantjespolder ontvangen.
e. De dijken van de Zeehondenpolder en de Groote Polder
Krabbe.
Deze werden gedurende korte tijd overstroomd zonder dat
daarbij noemenswaardige schade aan de belopen ontstond.
Deze overslag bracht echter geen water van betekenis in de
polders.
f. Dijk van de God zij Dankpolder.
Nadat het water reeds geruime tijd over deze van een geringe
kleidekking voorziene zanddijk was gestroomd, brak omstreeks
5.15 uur de dijk op een vijftal plaatsen door. De totale lengte
van de gaten bedroeg 306 m, terwijl na de ramp bleek, dat de
diepte tot even onder het maaiveld reikte. De in het dijks-
lichaam opgenomen oude kleikade, welke tot een hoogte van
L20 m N.A.P. reikte, hield echter stand, zodat geen stroom-
gaten konden ontstaan. Het instromende water zette de gehele
God zij Dankpolder blank, waarna het water over de westelijk
gelegen Stortdijk vloeide en de Groote Polder Krabbe over
stroomde. Hierbij werd de, over de gehele lengte van het eiland
lopende, betonweg plaatselijk beschadigd.
De Krabben- en Graspolders zijn via een coupure, die in de
tweede wereldoorlog ten behoeve van de betonweg in de
Krabbendijk was gemaakt en die niet tijdig kon worden ge-