Stagnatie in de Waterleiding „Lek en IJssel" tengevolge van de
overstroming in de rampnacht
door G. WIERINGA
In de nacht van 31 Jan.1 Febr. 1953 steeg het water tot een
hoogte als volgens mensenheugenis nooit eerder is voorgekomen.
Het buitendijks gelegen pompstation van het waterleidingbedrijf
bleef niet gespaard voor het niets ontziende geweld van de storm
vloed. Dat het door een orkaanachtige wind opgezweepte Lekwater
al spoedig de kaden rondom de bezinkvijvers overstroomde was op
zichzelf niet bijzonder verontrustend. Dit gebeurt bij elke enigs
zins hoge waterstand en heeft niet veel te betekenen, al hebben de
kaden wel te lijden van het overstromende water. Geleidelijk echter
geraakte het Lerrein onder water tot tenslotte de steeds wassende
rivier het voorfiltergebouw en de machinekamer omspoelde.
Voor het zover was werden reeds enige noodzakelijke voorzienin
gen getroffen en maatregelen beraamd om het ergste te voorkomen,
n.l. het onderlopen van alle pompen. Een dergelijk gebeuren toch
zou het bedrijf voor lange tijd geheel stil leggen en een grote
schadepost wegens door het water bedorven en onbruikbaar
worden van machines betekenen.
De snelheid waarmede het water steeg en de onmogelijkheid
om het machinegebouw lang genoeg droog te houden waren even
wel oorzaak, dat het niet meer kwam Lot optakeling van de bedreig
de pompen. Het gehele machinepark liep onder water en de water
voorziening moest om 3 u. in de nacht worden gestaakt. Op dat
ogenblik waren alle motoren en pompen, electrische installaties,
reserve-aggregaat, de reinwater-kelders, voor- en nafilters door het
water overspoeld en beschadigd, terwijl het gezin van de machinist
voor het indringende water een toevlucht had moeten zoeken op de
bovenverdieping van de dienstwoning. Vier gemeenten, tezamen
tellende plus minus 20.000 zielen, waren van leidingwater ver
stoken.
Het bedrijf zelf werd in enkele uren tijds zwaar getroffen: mach
teloos geworden machines, door slib en stookolie verontreinigde
kelders en bedrijfsruimten, verstoken van electrische stroom en
telefoon, zwaar beschadigde waterkeringen en een op vele plaatsen
gehavend buizennel.
In de vroege morgen van Zondag 1 Februari werd met mede
werking van de brandweer uit Krimpen aan de Lek begonnen
met het leegpompen van machinekamer, reinwater-kelders, nafilters
enz. Op 2 Februari was het reeds zover, dat de electromotoren kon
den worden gedemonteerd en met onderdelen van de electrische
schakelinrichting voor droging naar Rotterdam worden getranspor
teerd, alwaar zij met voorrang in behandeling werden genomen.
Tevens werd op die dag een aanvang gemaakt met het schoon
maken en chloreren van de reinwaterkelders. De voorfilters werden
gereinigd, de nafilters afgeschept, de verzamelputten gechloreerd.
Met het oog op een te grote concentratie van chloorgas werd in
de kelders gebruik gemaakt van gasmaskers.
Al spoedig bleek, dat ook het buizennet aanzienlijke schade had
opgelopen. Op onderscheiden plaatsen in het voorzieningsgebied
waren de buisleidingen over grote afstand vernield, o.a. te Ouder
kerk aan de IJssel, waar een groot gat in de IJsseldijk werd ge
slagen en te Krimpen aan de IJssel, waar de dijk rondom de
Stormpolder op meerdere plaatsen bezweek.
Ook op die plekken waar de waterkeringen het geweld van het
water hadden weerstaan, maar waar door afkalving binnendijks gro
te gaten in het dijklichaam waren ontstaan en leidingen bloot waren
komen te liggen, kwamen tal van buisbreuken aan het licht. Op
2 Februari werd met het herstellen van deze buisleidingen begon
nen. Het wegvallen van de druk had enerzijds het nadeel dat niet
aanstonds alle ongerechtigheden konden worden opgespoord, an
derzijds werd het werken aan deze transportleidingen er door ver
gemakkelijkt.
Onmiddellijk na de ramp was het organiseren van een geregelde
aanvoer van goed drinkwater en het distribueren daarvan onder
de bevolking van de vier tot het verzorgingsgebied behorende
gemeenten een dringende noodzaak. Als eersten werden reeds op 1
Februari de bakkers van het benodigde water voorzien en wel met
behulp van vrachtauto's met melkbussen. Op 2 Februari kon wor
den begonnen met de aflevering van kleine hoeveelheden water
aan de rest van de bevolking. Hiervoor werden enkele tankauto's
in gebruik gesteld.
Goed op gang kwam de waterdistributie op 3 Februari toen voor
aanvoer kon worden beschikt over flinke tankschepen en tankauto's,
die het water innamen bij de drinkwaterleidingen te Rotterdam en
Bergambacht. De schepen kregen een vaste ligplaats in de gemeen
ten die op deze wijze van water werden voorzien, de auto's reden
langs de huizen. Hulppolitie en padvinders hebben bij de water
distributie goede diensten bewezen.
Op Vrijdag 6 Februari 1953 te 13 u. waren de werkzaamheden
aan het pompstation en het buizennet zover gevorderd, dat één
pomp weer in gebruik kon worden genomen en daarmede op be
scheiden schaal (150 m3 p.u.) de waterlevering hervat. Een klein
gedeelte van de Stormpolder te Krimpen aan de IJssel, het ge>
deelte van Ouderkerk aan de IJssel ten Noorden van de dijk
breuk, alsmede het gedeelte voorbij de ernstige beschadiging nabij
het watergemaal aan de Molendijk te Krimpen aan de Lek konden
nog niet worden aangesloten. Het water werd op het pompstation
behandeld met chlooramine, terwijl de gebruikers werden aange
spoord het water tot nader order voor het gebruik te koken. De
nood-watervoorziening kon vrijwel geheel worden opgeheven.
Slechts daar waar men nog van leidingwater verstoken was werd de
voorziening door middel van tankauto's voortgezet. Voor het eerder
genoemde gedeelte van de Stormpolder te Krimpen aan de IJssel
kwam op 13 Februari een eind aan deze toestand. Ook hier kon
vanaf die datum de waterlevering op de normale wijze plaats
vinden.
Na overleg met de Inspecteur van de Volksgezondheid kon wor
den gepubliceerd, dat met ingang van 14 Februari het leidingwater
voor het gebruik niet meer behoefde te worden gekookt. Op dezelf
de datum konden ook de bewoners voorbij de dijkdoorbraak te
Ouderkerk aan de IJssel worden aangesloten, waarmede voor het
gehele gebied de watervoorziening weer normaal plaats vond.
Dat het waterleidingbedrijf na de ramp in betrekkelijk zo korte
tijd weer kon functionneren is naast de toewijding van het eigen
personeel mede in belangrijke mate te danken aan de prachtige hulp
van enige naburige bedrijven.
41