De waterleiding op Goeree-Overflakkee gedurende de rampperiode door H. D. DE HAAN Onmiddellijk na het bekend worden van de ramp in de vroege morgen van 1 Februari 1953 bleek, dat voor wat de waterleiding betrof de telefoonverbinding van het kantoorgebouw met het pompstation in Ouddorp verbroken was. Ook de waterstandsmelders van de beide watertorens bleken niet meer te functionneren. Nadat, ondanks het sterk wassende water, verschillende afsluiters van het hoofdbuizennet waren diehtgezet, bleek, dat er ernstige buisbreuken moesten zijn in het westelijk gedeelte van het verzorgingsgebied (tussen het pompstation en de gemeente Dirksland). Nadat met grote moeite contact met het pompstation was verkregen, bleek de toestand van het bedrijf globaal bezien als volgt: De Kop pompstation te Ouddorp) was geheel intact, doch door het wegvallen van de electrische stroom op het eiland bestond de noodzaak op andere wijze in het verkrijgen van de benodigde ener gie voor de motoren te voorzien. De Dieselmotoren waren geheel bedrijfsvaardig, doch er ontbrak op het moment een noodaggregaat, vereist voor de verkrijging van vacuum in de ruwwaterleiding. Ten slotte werd vanuit Apeldoorn het vereiste aggregaat aangevoerd in Ouddorp. Na de plaatsing daarvan bestond de mogelijkheid, water te leveren aan de gemeente Goedereede, in welke gemeente het buizennet practisch ongeschonden was gebleven. Ook de ge meente Ouddorp kon met behulp van watertanks provisorisch van water worden voorzien. Het buizennet was dóór de gemeente Goedereede intact tot aan De Nek (Stellendam). Hier was door de ramp een zéér groot lek in de hoofdleiding ontstaan, waarvan het herstel aan het bedrijf veel hoofdbrekens heeft gekost. Zonder meer was het duidelijk, dat herstel dezer hoofdleiding bij de hoge waterstand in en om Stel lendam onmogelijk was, zodat naar andere middelen moest worden uitgezien om de storing op te heffen. Daartoe werd overgegaan tot het leggen van een noodleiding, welke een unicum genoemd mag worden op het gebied van water voorziening in tijd van nood. Weliswaar voldeed deze noodleiding nog niet eens aan de minimum-eisen van volksgezondheid, maar achteraf is gebleken, dat zonder deze noodmaatregel de watervoor ziening voor zeer geruime tijd zou zijn gestagneerd geweest. De noodleiding kwam hierop neer, dat door middel van het dicht- zetten van 2 afsluiters het gedeelte van de transportleiding, waarin de hoofdleiding ter plaatse defect was, buiten werking werd gesteld. Vervolgens werd op een zijspruit van de transportleiding een opzet- stuk geplaatst. Daarna werd aan de overzijde van de breuk in de hoofdleiding, gelegen op een afstand van pl.m. 500 m, ook weder een opzetstuk geplaatst. Het plaatsen van de opzetstukken vergde het uiterste van het personeel, omdat deze nagenoeg geheel onder water moesten worden tot stand gebracht. Hierna werden brand slangen (door welwillende medewerking van de brandweerinspectie van heinde en ver aangevoerd) aan twee zijden van de opzetstukken dóór het water gevoerd naar de overzijde, waarna de uiteinden van de transportleiding onderling weder verbonden waren. Gelukkig deed zich gedurende deze provisorische voorziening na genoeg geen vorst voor, anders zou deze methode ongetwijfeld tot mislukking gedoemd zijn geweest. Slechts éénmaal moest een door de vorst gebarsten brandslang die helaas in het midden der 500 meter lange brandslangleiding was ontstaan liggende in pl.m. 1 m hoog water, vervangen worden. Met deze leiding is zeer geruime tijd doorgewerkt, omdat daar door de mogelijkheid bestond om een volgend gedeelte van het eiland van water te voorzien (voorlopig de gemeenten Sommelsdijk en Middelharnis) Was hiermede de watervoorziening voor een gedeelte van het eiland hersteld, onmiddellijk deed zich een nieuwe moeilijkheid voor. Tengevolge van de geringe diameter der tot stand gebrachte noodleiding was de capaciteit van het aangevoerde water onvol doende, om daarmede de benodigde stijghoogte, vereist om het hoog gelegen reservoir van de watertoren te vullen, te verkrijgen. Die Afb. 1. Breuk in een dijk bij Ooltgensplaat. Een nood-buisleidinggelegd door de Haagse Duinwaterleiding, geejt een beeld van de grondverzakking. Fig. 1. Breach in a dyke near Ooltgensplaat. An emergency pipe-linelaid by The Hague Water Supply, crosses the gap. Fig. I. Rupture dans une digue prés d'Ooltgensplaat. Une conduite de secours qui a été posée par le Service des Eaux de la Haye, traverse le trou qui s'est forme. moeilijkheid werd overwonnen door middel van een extra-opjaag- station, verkregen met behulp van een brandspuit, die in de leiding vóór de toren Sommelsdijk in de gemeente Melissant werd opge steld. De daardoor verkregen meerdere bedrijfsdruk maakte het mogelijk des nachts de watertoren als voorraadreservoir voor de gemeenten Sommelsdijk-Middelharnis te vullen, welke nachtproduc tie dan de volgende dag in beide vorengenoemde gemeenten kon worden gedistribueerd via brandkranen. De dagproductie van het pompstation werd bestemd voor de ge meenten vóór de toren liggende n.l. Goedereede, Stellendam. Me lissant en Dirksland. Op aandringen van hogere instanties moest de brandslangnood- leiding vervangen worden door een meer definitieve leiding van asbestcement, zulks met behulp van de in transportleiding ingebouw de A-stukken. Daar deze asbestcementen noodleiding wegens het aanwezige water boven de grond op jukken moest liggen, ontston den bij gebrek aan goede steunpunten regelmatig buisbreuken in Stellendam, o.a. als gevolg van het losspringen der rubber-verbin dingen. Daarom was het volgende stadium om zo spoedig mogelijk over te gaan tot het definitieve herstel van het oorspronkelijke buizennet, hetgeen na zeer veel moeite tenslotte mocht gelukken. Het herstelschema van de transportleiding was aldus opgesteld, dat eerst getracht zou worden om binnen de kortst mogelijke tijd alle gemeenten weder van water te voorzien, zij het dan ook dat de aflevering via standpijp-brandkranen zou moeten geschieden in tanks, waaruit de aangeslotenen het water in emmers e.d. zouden kunnen betrekken. Men moet de situatie ter plaatse hebben gezien om te kunnen beoordelen wat er van het personeel van het bedrijf en van de hulpverleningsploegen van elders gerequireerd gevergd is om buis breuken zoals in Stellendam. Den Bommel, Zuidzijde en Oude- Tonge/Nieuwe Tonge, te herstellen. Maar met taaie volharding en uiterste wilskracht is het gelukt, zodat na Den Bommel de leiding naar de watertoren a.d. Zuidzijde kon worden hersteld. Vervolgens werd de leiding naar Oude Tonge onder handen genomen. Van Oude Tonge uit werd, nadat ook Ooltgensplaat water had ge kregen, de leiding naar Nieuwe Tonge hersteld, waarmede was bereikt dat via het leidingnet voorlopig weder aan alle gemeenten water kon worden geleverd. Enige belangrijke data in de rampperiode met betrekking tot het herstel van het leidingnet van het bedrijf zijn: 39

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 36