Afb. 17. Herstelde transportleiding nabij Sloedam
(detail). Maart 1953.
Fig. 17. Repaired conduit near Sloedam. March 1953.
Fig. 17. Conduite d' eau réparée pres du Sloedam.
mars 1953.
Afb. 18. De Libia in de haven van Vlissingen, Maart 1953.
Fig. 18. Water tanker „Libia" in the port of Flushing.
March 1953.
Fig. 18. Bateau-citerne apportant de l'eau filtrée au
port de Flessinguemars 1953.
na de nodige controles, herstellingen en desinfecties weer geleidelijk
in gebruik worden gesteld, zodat op 7 Februari liet leidingnet in
Vlissingen, behoudens een klein gedeelte, weer intact was. De dem
ping van de uitgespoelde weg bij Sloedam was tengevolge van
vele andere meer urgente werkzaamheden zeer vertraagd, zodat
de aldaar vernielde transportleiding pas op 22 Maart gereed kwam
(zie afb. 17)
VI. Watersuppletie
Na het herstel van de verbinding met Zuid-Beveland op 6 Fe
bruari en de weder in bedrijfstelling van het opjaagstation Sloe
dam ging de waterlevering door de N.V. Waterleidingmaatschap
pij „Zuid-Beveland" steeds crescendo, tot op 18 Maart de hoofd-
transportleiding nabij Kruiningen bezweek, waardoor niet alleen
de aanvoer belangrijk werd verminderd, doch aanmerkelijk onzeker
der werd. Na overleg met de gemeente Middelburg, het R. v. D. en
de Inspectie Volksgezondheid Breda werd besloten een tankboot.
de Libia, in de vaart te brengen voor wateraanvoer vanaf Breskens
(N.V. Waterleidingmaatschappij „Zeeuwsch-Vlaanderen"), waarvan
op 23 Maart het eerste water werd ontvangen. Zowel bij lossing als
laden trad echter vrij veel vertraging op. Daar tevens de overtocht
bij slecht weer vrij moeilijk is, werd deze boot het eerst weer uit de
vaart genomen (zie afb. 18).
Toen de stalen 300 mm transportleiding van de N.V. Waterlei
dingmaatschappij „Zuid-Beveland" eveneens dreigde te bezwijken
en die Maatschappij genoodzaakt was een lagere druk in haar
buizennet te handhaven, waardoor minder water aan Walcheren
kon worden geleverd, werd opnieuw in onderling overleg besloten
nog 2 tankboten in de vaart te brengen, opdat hiervan een deel
aan de gemeente Middelburg kon worden doorgeleverd. Daar ge
bleken was, dat de wateraanvoer van Rotterdam en lossing te Mid
delburg aan een steigertje via een transportleiding in de reinwater-
kelders te Sloedam het meest efficiënt was, werd door het leggen
van een paar noodleidingen de mogelijkheid bereikt om tegelijk
onder lage druk in het buizennet de boten te lossen, water van
Zuid-Bevelancl te ontvangen en vanaf Sloedam naar Vlissingen en
Middelburg op te pompen. Zowel van het Rotterdamse Water
leidingbedrijf, als van de N.V. Phs. van Ommeren en de N.V.
Vola Transport-Mij. werd hierbij zeer veel medewerking onder
vonden.
VII. Na-schade
Daar slechts een betrekkelijk gering gedeelte van Walcheren was
geïnundeerd en de gedeelten waarin buisleidingen aanwezig zijn,
zeer spoedig weer zijn drooggekomen is, in tegenstelling met de inun
datie in 1945, waarschijnlijk geen versnelde corrosie van het bui
zennet te verwachten. Anders ligt het bij het opjaagstation te Sloe
dam, waar aanvankelijk werd aangenomen dat de aanwezige kabels
niet behoefden te worden vernieuwd. Hier hebben zich reeds thans
ernstige storingen voorgedaan, tengevolge van de aanwezigheid
van zout water in de kabels, zodat wordt overwogen deze kabels
geheel te vernieuwen. Meerdere van de zeer zorgvuldig schoonge
maakte, gedroogde en gereviseerde toestellen vertonen reeds thans
sporen van oxydatie. Hieraan dient eveneens ernstige aandacht te
worden geschonken.
Tengevolge van de verhoging van de Nolledijk ten Westen van
Vlissingen met 2 m en de daardoor eveneens noodzakelijke
verbreding, moet een transportleiding over een lengte van 1 km
worden verwijderd en volgens een ander tracé worden gelegd.
Voor een gedeelte ter lengte van 300 m moest in verband met
de korte tijd van voorbereiding eerst een noodleiding worden
gelegd.
VIII. Slot
Met grote erkentelijkheid moet melding worden gemaakt van
de ontvangen en aangeboden hulp, van welke laatste in vele ge
vallen geen gebruik behoefte te worden gemaakt.
Tenslotte dient te worden vermeld, dat het technisch apparaat
van „Midden-Zeeland" tengevolge van de Februari-ramp bij lange na
niet de schade heeft geleden als tijdens de inundatie en bevrijding-
van Walcheren in 1944-1945. De toen door het personeel van
„Midden-Zeeland" opgedane ervaring is van grote invloed geweest
op de vlotte uitvoering der herstelwerkzaamheden, waarbij het ge
hele personeel zich volledig inzette om de watervoorziening van
Walcheren zo goed mogelijk te doen verlopen. Een woord van
waardering voor het enorme werk, dat in de eerste maanden van
1953 is verzet, mag hier niet ontbreken.
29