Afb. 14. Drooggekomen 22 Februari 1953.
Fig. 14. A piece of land is falling dry. February. 22. 1953.
Fig. 14. Mise a sec d'un terrain. 22 février 1953.
Ajb. 16. Herstelde leidingen in de Boulevards te Vlissingen, Februari 1953.
Fig. 16. Repaired pipe-line in Flushing Boulevards, February 1953.
Fig. 16. Conduite d'eau réparée dans les Boulevards de Flessingue,
février 1953.
bare leidingen, vooral wanneer zoals hier enkele obstakels als
spoorwegkruisingen, dijkovergangen en straatkruisingen moesten
worden „genomen". De eerste noodleiding was gereed op 6 Fe
bruari. zodat in de nacht van 6 op 7 Februari weer water van
Zuid-Beveland kon worden ontvangen.
Hoewel aanvankelijk door de betrokken instanties was verzekerd
dat de uitspoeling bij het spoorwegviaduct op korte termijn zou
worden aangevuld, bleek reeds spoedig, dat mede in verband met
werken van grotere urgentie, hiermede langere tijd zou zijn ge
moeid, zodat besloten werd een tweede noodleiding te leggen, die
op 14 Februari gereed kwam. (zie afb. 11 en 12). In verband met
het verkeer, transporten enz. en ter controle op lekkages nabij de
spoorbaan was bewaking nodig, die aanvankelijk door de mili-
Afb. 15. Herstelde leidingen in de Boulevards te
Vlissingen, Februari 1953.
Fig. 15. Repaired pipe-line in Flushing Boulevards,
February 1953.
Fig. 15. Conduite d'eau réparée dans les Boulevards
de Flessingue, février 1953.
28
tairen van de C.O.A.K. te Middelburg plaats vond, doch later van
uit het opjaagstation Sloedam door eigen personeel werd overge
nomen.
Daar de in bedrijfstelling van het opjaagstation met de rein
waterkelders voor de watervoorziening van Walcheren in het alge
meen van zeer grool belang was en hierdoor belangrijk meer water
van Zuid-Beveland kon worden ontvangen, werd continu door
gewerkt. zodat onmiddellijk na het droogkomen het opjaagstation in
bedrijf kon worden gesteld. De motoren en het dieselaggregaat
werden met een duikerploeg verwijderd en naar de fabrieken ter
revisie verzonden. Tengevolge van het zo spoedig mogelijk voor
rang bespreken bij de desbetreffende fabrieken en de snelle ver
zending konden deze onmisbare onderdelen tijdig worden gere
tourneerd. Zodra met lieslaarzen kon worden gewerkt werden
door eigen personeel in combinatie met personeel van aannemers
firma's en installatiebureaux de bereikbare apparaten, instrumen
ten enz. gedemonteerd, voor zover mogelijk gereviseerd en de rein
waterkelders leeggepompt, schoongemaakt en gedesinfecteerd.
Hoewel aanvankelijk door Rijkswaterstaat en Provinciale Water
staat was verzekerd, dat het opjaagstation zeer spoedig droog zou
komen, bleek dit op ernstige moeilijkheden te stuiten, zodat op 12
Februari 1953 aan het College van Gedeputeerde Staten werd ver
zocht door en voor rekening van de Provincie dijkjes te leggen vanaf
de Rijksstraatweg, aansluitend op de reinwaterkelders, zodat het ter
rein om het opjaagstation kon worden drooggehouden (zie afb. 13).
Met grote voortvarendheid werd door het genoemde College aan
het verzoek voldaan, zodat op 22 Februari het pompstation defi
nitief droog kwam en op 24 Februari te 10 uur het eerste pomp-
aggregaat weer electrisch draaide op de intussen in bedrijf ge
stelde reinwaterkelders.
Hiervoor was nog gedurende enkele dagen het reserve-diesel-
aggregaat, dat inmiddels weer gereviseerd was ontvangen, in be
drijf geweest, waartoe door een duikerploeg, bereidwillig ter be
schikking gesteld door de Commandant Maritieme Middelen te
Vlissingen, de vereiste afsluiters onder water waren gesloten, resp.
geopend (zie afb. 14).
V. Definitief herstel
Tegelijk met de vorenomschreven noodmaatregelen en de semi-
permanente voorzieningen, werd met de definitieve herstellingen
en controles begonnen door eigen personeel in combinatie met het
personeel van de aannemingsfirma Sanstra en Provoost te Vlis
singen. Zo kon reeds op 2 Februari weer op het grootste gedeelte
der Boulevards en een belangrijk deel van het oude stadsgedeelte
water worden geleverd, waarna op 5 Februari de op meerdere
plaatsen ter lengte van 300 m weggeslagen hoofdleidingen aan
de Boulevards weer waren hersteld, gedesinfecteerd en in bedrijf
genomen (zie afb. 15 en 16). Het geïnundeerde stadsgedeelte kon