Afb. 5. Iieinwaterkelders opjaagstation Sloedam, Februari 1953.
Fig. 5. Clear water reservoirs at booster station Sloedam. February 1953.
Fig. 5. Réservoirs d'eau filtrée pres de la station de rejoulement Sloedam
en février 1953.
Gevaarlijker is dit nog in een buizennet niet vrij grote hoogtever
schillen (Vlissingen met Boulevards) waarbij door de lager gele
gen panden de hoger gelegen leidingen worden leeggetapt en waar
door in deze hoger gelegen leidingen soms een vrij groot vacuum
ontstaat, waarbij b.v. door in een wasbak hangende slangetjes vuil
water in het hoofdbuizennet wordt gezogen.
De ervaringen opgedaan in de oorlogsjaren 19411945 hebben
dit bewezen. Is een hoofdbuizennet eenmaal ernstig geïnfecteerd,
dan kost het afgezien van de eventuele zeer ernstige gevolgen veel
moeite en extra water om de infectie te verwijderen. Er is dan ook
Afb. 6. Pompenkelder opjaagstation Sloedam.
Februari 1953, nadat deze gedeeltelijk was
leeggepompt.
Fig. 6. Pumproom of booster station Sloe
dam partially pumped dry. February 1953.
Fig. 6. Chambre des pompes de la station de
rejoulement Sloedam, après 1'evacuation par-
tielle des eaux en février 1953.
Afb. 7. Spoorwegviaduct waardoor de transportleiding was aangebracht,
Februari 1953.
Fig. 7. Railway bridge under which main pipe-line passed. February 1953.
Fig. 7. Viaduc de chemin de fer oil passait la conduite principale, février 1953.
geen moeite gespaard om onderdruk in de buizennetten, waarover
water werd geleverd, te voorkomen.
Dit gelukte voor de netten in de Gemeenten Westkapelle, Zoute-
lande, Meliskerke, Biggekerke, Koudekerke en Vlissingen.
In Oost- en West-Souburg was de toestand twijfelachtig, en in
Nieuwland en Arnemuiden onder bepaalde omstandigheden slecht.
In overleg met de Inspecteur voor de Volksgezondheid te Breda,
waarmee regelmatig contact werd gehouden is hierom zowel
per advertentie, als per auto met luidspreker, een beroep gedaan
op de bevolking om zuinig te zijn bij het gebruik van drinkwater
en medegedeeld dat het leidingwater vóór het gebruik diende te
worden gekookt.
De chloring van het uit Biggekerke afkomstige water werd aan
merkelijk verhoogd. De normale bacteriologische controle werd in
deze zin verzwaard, dat gedurende de eerste periode in Vlissingen
elke dag bacteriologisch onderzoek van het water plaats vond. Al
naar mate de watervoorziening regelmatiger werd, werd deze con
trole weer tot normale proporties teruggebracht.
Onmiddellijk na de ramp werd een bezoek gebracht aan de
Burgemeester van de gemeente Arnemuiden, één der op het gebied
van Volksgezondheid gevoeligste gemeenten, en een aantal chlore-
rings- en dechloreringstabletten verstrekt voor de gevallen waarin
men genoodzaakt zou zijn verontreinigd drinkwater te gebruiken
en het koken moeilijkheden mee mocht brengen. Deze chlorings-
en ontchloringstabletten werden door de Inspectie voor de Volks
gezondheid te Breda aan de waterleidingbedrijven ter beschikking
gesteld.
Per circulaire van 6 Februari 1953 werd eveneens aan de overige
gemeente-besturen op Walcheren medegedeeld, dat deze middelen
gratis ter beschikking stonden. Hiervan werd slechts in beperkte
mate gebruik gemaakt.
IV. Tijdelijke maatregelen en noodherstel
Toen op 1 Februari 1953 bleek dat een groot gedeelte van Vlis
singen was geïnundeerd en tengevolge van de aanwezige lekkages
in hoofd- en dienstleidingen aanvankelijk geen druk in het buizen
net kon worden onderhouden, is het gehele geïnundeerde stadsge
deelte afgesloten, benevens de defecte hoofdbuisleidingen in de
hoger gelegen gedeelten.
Deze afsluitingen vonden op 1 Februari gedurende de nacht en
voormiddag plaats, en wel ondanks het onder water staan van
meerdere afsluiters, in een dusdanig tempo, dat met een maximum
pompcapaciteit van af het pompstation te Biggekerke de water
torens water bleven behouden. Onmiddellijk hierna werd voor de
afgesloten gedeelten een aanvankelijk primitieve, later uitgebreide
tankwagen-dienst georganiseerd en aan enkele bedrijven en instel
lingen rechtstreeks of door bemiddeling van onze dienst een water-
25