De Februari-ramp en de Waterleidingmaatschappij „Midden-Zeeland"
door P. KAS
I. Inleiding
De coördinatie-commissie onder Voorzitterschap van Mr Dr A.
J. J. M. Mes, die reeds in het rapport van Ir Stoel Feuerstein ter
sprake is gebracht besloot dat in verband met de reeds vergevorder
de fusie tussen de Maatschappij „Midden-Zeeland" en het Gemeente
Waterleidingbedrijf Domburg, de regeling van de watervoorziening
van Domburg c.a., hulpverlening voor de omgeving enz. door die
Maatschappij plaats zou vinden, alsof de samenvoeging der bedrij
ven reeds was voltrokken.
Een andere belangrijke beslissing was, dat er in elk geval voor
diende te worden gezorgd dat in het zomerseizoen de watervoor
ziening, in verband met het vreemdelingenverkeer, zo goed moge
lijk zou functionneren. Dit werd geprefereerd boven een eventueel
iets betere voorziening in de eerste maanden na de ramp, hetgeen
betekende dat de waterwinplaatsen zoveel mogelijk moesten worden
ontzien om hieraan in de zomermaanden zo nodig grotere hoeveel
heden dan normaal te kunnen onttrekken.
II. Toegebrachte schade en de gevolgen hiervan
a. Eén der ernstigste gebeurtenissen in de rampnacht van 31 Ja
nuari op 1 Februari 1953 was het doorbreken van de duinenrij
nabij Oostkapelle, waardoor de waterwinplaats te Oranjezon, toe
behorend aan de Gemeente Middelburg, met zeewater werd geïnun
deerd, zodat deze waterwinplaats volledig uitviel. Daar een deel van
het voorzieningsgebied van de Maatschappij „Midden-Zeeland"
wordt verzorgd door water uit de genoemde waterwinplaats, dat
en gros van de Gemeente Middelburg wordt ingekocht en waarvoor
een gelijke hoeveelheid water in Middelburg wordt teruggeleverd,
had dit ten gevolge dat de drinkwatervoorziening van 1 Februari
1953 af volledig uitviel in de Gemeenten VeereVrouwenpolder,
OostkapelleDomburg (concessiegebied van de Gemeente Dom
burg), AagtekerkeGrijpskerke en SerooskerkeSt. Laurens (voor
zover deze gemeenten behoren tol het concessiegebied van Midden-
Zeeland
b. Tengevolge van het overlopen van de kaden langs Vissershaven
en Koopmanshaven, alsmede door de zware beschadigingen aan
Boulevards, en de grote hoeveelheden overslaand water, was het
stadsgedeelte van Vlissingen ten Zuiden en ten Oosten van de
Coosje BuskenstraatAagje Dekenstraat en van Dishoeckstraat
Afb. 1. Foto genomen 31 Januari 1953. In de nacht van 31 Januari-1 Februari
sloeg het water over de huizen aan de Boulevard de Ruyter te Vlissingen.
Fig. 1. Storm-swept Boulevard De Ruyter at Flushing on January 31, 1953.
Fig. 1. Tempête sur le Boulevard De Ruyter a Flessingue, le 31 janvier 1953.
gedeeltelijk geïnundeerd. Aan de Boulevards waren enkele hoofd-
buisleidingen vernield, waardoor zeer grote waterverliezen ont
stonden en tengevolge waarvan het pompaggregaat in het opjaag
station Leeuwentrap, dat speciaal voor drukverhoging voor de Bou
levards dient, was uitgevallen. Tengevolge van de grote stroorn-
snelheden in enkele straten van het oude stadsgedeelte, waardoor
uitschuringen ontstonden en door neervallend puin, waren hier
tevens meerdere hoofdbuisleidingen vernield of beschadigd. Ook
in Veere waren enkele hoofdbuisleidingen vernield. De afb. 1, 2 en
3 geven een indruk van de inundatie van het genoemde stadsdeel
van Vlissingen en de aan de Boulevards aangebrachte beschadi
gingen.
Daar uit de aanwijzingen van de controle-toestellen op het kan
toor reeds gebleken was, dat de watertorens zeer snel leeg liepen en
de pompen in het opjaagstation Sloedam waren uitgevallen, werd,
nadat de nodige instructies voor het afsluiten van het geïnundeer
de stadsgedeelte waren gegeven, op 1 Februari te 5 uur een
inspectietocht gemaakt naar Sloedam, waarbij bleek dat de Rijks
straatweg niet verder berijdbaar was dan tot de bocht voorbij
Arnemuiden (Puttendale). Het verdere gedeelte was ter weers
zijden van de Rijksstraatweg één wateroppervlakte, zodat aange
nomen moest worden dat ook het opjaagstation Sloedam onder
water stond (Zie afb. 4)Bij een inspectietocht bij daglicht bleek
dit juist te zijn. Tevens hadden ontgrondingen rondom de rein-
waterkelders plaats gevonden (Zie afb. 5).
De hoogste waterstand in het opjaagstation is 1.80 m. boven de
begane vloer geweest, zodat niet alleen de pompaggregaten die in
een kelder zijn opgesteld, doch ook het diesel-noodaggregaat, de
electrische sterk- en zwakstroominstallatie, transformatoren enz.
onder water stonden (Zie afb. 6). Tevens waren zowel uitwendig
tengevolge van drijvend wrakhout, als inwendig door drijvende
houten voorwerpen als werkbank, bankjes enz. ernstige beschadi
gingen aangebracht.
Het ging wel aan het hart, dat de zeer ingewikkelde zwakstroom
installatie voor afstandsbediening aan het kantoor te Vlissingen
en aan het pompstation te Biggekerke enkele dagen voor de ramp
was gereed gekomen, nadat hiermee eigenlijk van de bevrijding af
steeds moeilijkheden waren ondervonden.
Bij een nader onderzoek bleek tevens, dat in de reinwaterkelders
bij het opjaagstation Sloedam zout water was doorgedrongen door
dat de overloopleiding der kelders, die normaal dienst doet om bij
Afb. 2. Boulevard de RuyterVlissingenFebruari 1953.
Fig. 2. Boulevard De Ruyter at Flushing after the storm, February 1953.
Fig. 2. Le Boulevard De Ruyter a Flessingue après la tempête, en février 1953.
23