van 30 Groene Kruis-verpleegsters. Het verdere personeel bestond
hoofdzakelijk uit colonnisten (zowel helpers als helpsters) van
de colonne uit Oisterwijk. Ook leden van de colonnes uit Eindho
ven, Arnhem, 's-Hertogenbosch, Roosendaal en Boxtel, welke over
de blokken waren verdeeld, hebben eendrachtig met de verpleeg
sters samengewerkt en dag- en nachtdiensten verricht.
De Colonne Oisterwijk werd in zijn geheel ingezet in keuken en
eetzaal en heeft aldaar voortreffelijk werk verricht.
De kampbevolking was inmiddels aangegroeid tot ongeveer
2500 personen uit alle streken van het Rampgebied, voornamelijk
uit Krabbendijke, Rilland-Bath, Waarde en Moerdijk.
De geestelijke verzorging werd in handen gesteld van een kape
laan uit Kruisland en een dominee uit Bergen-Op-Zoom.
Toen overwogen werd om de blokken te gaan hergroeperen en
op die manier bepaalde uit elkaar geraakte families en gemeen
schappen te herenigen, werd op Vrijdag 6 Februari 1953 de alge
hele ontruiming van het kamp gelast door de Evacuatiecommissa
ris in de Provincie Noord-Brabant.
Hoewel tegen deze plotselinge ontruiming van Rode Kruiszijde
met klem werd geprotesteerd, mocht dit echter niet baten en bleven
slechts de zieken en nog één blok in het kamp achter 300 per
sonen)
De in het kamp opgeslagen goederenvoorraad w.o. kleding,
schoeisel, meubilair en dekens werd overgebracht naar het militaire
kamp te Rucphen.
Op 11 Februari vertrok de Voorzitter van de Afdeling Oister
wijk met zijn colonne en werd de leiding op verzoek van de Kring
commissaris overgedragen aan de Voorzitter van de R.K.E.H.B.O.
uit Bergen-Op-Zoom en een helpster le klasse van de Colonne
Rode Kruis te Bergen-Op-Zoom.
De Zusters van het Groene Kruis uit Utrecht met hun leidsters,
die vanaf de eerste dagen een zeer groot aandeel hebben gehad in
de verzorging der evacués, vooral wat de ziekenverpleging en
babyverzorging betreft, vertrokken op 12 Februari weer naar
Utrecht.
Teneinde de verveling onder de evacués te verdrijven werd op
verzoek van de Kringcommissaris door het Hoofdbestuur van het
Nederlandsche Roode Kruis een Welfareleidster in het kamp aan
gesteld; zij heeft de vrouwen en kinderen veel geleerd, waarvan
zij later nog veel profijt zullen hebben.
Tevens werd door bemiddeling van de Welfareleidster in het
kamp een bibliotheek ingericht.
De Commandant van de legerplaats Ossendrecht heeft ook alle
medewerking verleend in het belang van de evacués.
Het Lager-Onderwijs en het kleuteronderwijs ging in het kamp
gewoon door, aangezien enkele leerkrachten zich beschikbaar had
den gesteld.
Talrijke zendingen goederen, levensmiddelen en versnaperingen
39