en Sint Joosland de eerste Zondag een ongeval met dodelijke af
loop te behandelen gehad met een motorrijder op weg naar de
dijkwerken.
Intussen werd op 2 Februari gehoor gegeven aan een oproep
voor Zierikzee om voedsel e.d., waarvoor met auto's en kleine
handwagens langs de huizen werd gegaan om het nodige te kunnen
verkrijgen. Spontaan werd vrijwel door iedereen met milde hand
gegeven. In het Rode Kruisgebouwtje werd alles gesorteerd en in
snel door scholieren bij elkaar gegaarde emballage in gereedheid
gebracht en afgevoerd naar de centrale post te Middelburg. Drie
volle vrachtauto's waren nodig om deze zendingen te kunnen be
werkstelligen.
Intussen werden enige transportcolonnisten tewerkgesteld in
Zuid-Beveland om daar in verschillende gemeenten behulpzaam
te zijn bij het evacueren, het redden van inboedels en het bergen
van vee. Zij werkten daar samen met een groep uit Vlissingen en
de Kon. Ned. Marine.
Een vrouwelijk lid der colonne werd aangewezen om een trans
port met het schip „Onafhankelijkheid" van Zierikzee naar Rot
terdam te brengen. Zij was geheel alleen als verzorgster en als men
bedenkt, dat het hier ging om 80 mensen, dan dwingt dit een diep
respect af.
Vermeldenswaard is nog het feit dat op 10 Februari een groep
Denen in Souburg arriveerde ten einde de behulpzame hand te
kunnen bieden, daar waar nodig bleek.
Op 14 Maart werd de noodpost O. en W.-Souburg geheel ont
ruimd en vertrokken de mensen naar huis, daar verdere zorgen
voorshands niet te wachten waren.
ZEEUWS-VLAANDEREN
Ook Terneuzen had met het water te kampen. Het drong tijdens
de rampnacht van twee zijden de stad binnen n.l. de Nieuwstraat
en de Gemeentehaven. Hierdoor kwam in het lage gedeelte der
stad, bestaande uit verschillende straten, 70 a 100 cm water in de
huizen te staan, zodat de bewoners zich door het water naar de
nog droog gebleven gebieden begaven en onderdak vonden bij
vrienden en bekenden. Slachtoffers waren er gelukkig niet te be
treuren. In de ten Westen en ten Oosten van de stad gelegen pol
ders was de toestand echter ernstiger. Doordat de dijken op enkele
plaatsen doorgebroken waren, kwamen de Serlippens-, Nieuw-
Othene-, en de Nieuw Neuzenpolders onder water te staan. De
mensen, die geen gelegenheid hadden gehad om vóór het water de
dijken te bereiken, moesten zich in veiligheid brengen op de zol
ders en daken van de woningen. In deze polders eiste het water
twee kinderen als slachtoffer, n.l. één in Hoek en één in Zaamslag.
Zodra het daglicht aanbrak, werd getracht de mensen door mid
del van boten uit hun benarde positie te bevrijden. Bij deze red
dingsploegen werden colonneleden van de plaatselijke afdeling van
23