G1
omdat de „kundigheyd in het maken van buitenwerken en zee
weringen" zoveel groter was geworden. Deze opmerking moge ons
mensen van deze tijd bij de beoordeling van onze prestaties tot
bescheidenheid, stemmen.
Het is uiteraard niet mijn bedoeling hier een voordracht over
de geschiedenis van Schouwen-Duiveland te houden, maar ik vond
deze interessant genoeg om enkele punten op deze dag eens even
naar voren te brengen, nu kennismaking hiervan, èn door deze
ramp èn door de belangrijke studie, welke aan de Delta Commissie
is opgedragen weer zo actueel is geworden.
En om nu terug te keren tot de realiteit van het heden, wil ik
dan namens mijn Collega's, waartoe ik in dit verband, ook mijn
hooggeachte chef de heer Van de Wall moge rekenen, de „Ge
zamenlijke Polderbesturen" ten zeerste danken, voor wat zij ons
deze dag hebben bereid. Gaarne maak ik ook van deze ge
legenheid dat zoveel leden van onze dienst hier tezamen zijn, ge
bruik, om allen die dit afgelopen jaar met mij hebben samen
gewerkt te danken. Zonder hun volle medewerking in onze nog
gemeenschappelijke taak ik mag Ir. Klasema, hier wel even
afzonderlijk noemen zou het deel, dat ik aan het werk heb
mogen bijdragen, niet hebben kunnen slagen.
Het is voor ons een moeilijk, maar een interessant jaar geweest.
We hebben ons in de waterbouwkunde kunnen uitleven op een
wijze, zoals in ons vak maar zelden voorkomt en we zijn uiter
mate verheugd, dat wij daarmede een goed werk aan dit zwaar ge
troffen gebied hebben kunnen doen.
Voor de bewoners van Schouwen-Duiveland vormt deze dag
slechts een mijlpaal in het herstel, voor de meesten van ons be
tekent zij een afscheid en een terugkeer naar ons eigenlijke werk.
De polderbesturen hebben dit afscheid voor ons vandaag tot
een zeer bijzondere gebeurtenis gemaakt en daar zijn wij hen heel
dankbaar voor.
Dat in het beleggen van deze bijeenkomst door deze „gezamen
lijke" besturen een begin moge worden gezien van een verder uit
groeiende eenheid, welke zo nodig zal zijn om de vele problemen,
die U nog wachten, op te lossen tot heil van Schouwen-Duiveland.
Sta mij toe, Mijnheer Klompe, aan de vervulling van deze ge
dachte een dronk te wijden.
Om circa 19.30 uur was men aan het einde van de plechtigheden
gekomen.