44
werk werd gesteld om de dijken van Schouwen-Duiveland zo spoe
dig mogelijk weer dicht te krijgen.
Wat Waterstaat reeds op dit gebied had gepresteerd konden we
op de film zien en in het laboratorium te Delft, waar het hele
rampgebied in miniatuur te zien was. Prof. Thijsse liet hier mi
niatuur-caissons, aan touwtjes vastgehouden, door de stroom mee
voeren tot de plaats waar de dijk moest komen. Het gelukte
prachtig, maar ontlokte toch bij sommigen de uitspraak: het is
mooi, maar we zien hier geen stroom of golven als in Schouwen!
Spoedig daarna konden we ons bij „Levensstrijd" overtuigen, dat
het in de woelige baren van Schouwen vrijwel overeenkomstig de
proeven in het laboratorium ging.
Deze geslaagde operatie sterkte ons in het vertrouwen inzake
de „Schelphoek", waar het werk ook al in volle gang gekomen was.
Nog wel niet zo zichtbaar, omdat het zinkwerk onder water ver
dween, maar wie als ik het werk nauwkeurig volgde, kreeg meer
en meer hoop op een goede uitslag.
Eind Juli was het zichtbaar, dat de strijd werd geconcentreerd
op de grote geulen, waarbij ik wel eens heb gedacht „zou dat wei
ooit lukken?"
En zo werd ik ook Zondag 15 Augustus verontrust door de om
roeper die mensen uit Burgh opriep voor de firma Van Oord,
wegens dreigend gevaar bij de Gemene Geul. Ik ging daarop direct
naar Burghsluis en heb aan firma Van Oord zo nodig hulp ge
boden door oproep van de boeren.
Zo ver was het nog niet: ze moesten steenlossers hebben, die
met dit werk vertrouwd waren en al kwamen opdagen. Als ze er
over een uur niet waren, zou hij me waarschuwen. Dit bleek niet
nodig, want ze kwamen allen en die Zondag werden enige scheef
gezakte caissons beveiligd met steen en klei.
De Maandagmorgen vernam ik, dat het aan de Gemene Geul
wel niet geheel goed was, maar toch zeker niet verontrustend. Ook
toen heb ik boeren-hulp aangeboden, indien er gevaar dreigde.
Dinsdag daarop moest haastig een grote Phoenix-caisson ge
plaatst worden, waardoor de „Gemene Geul" (die zijn naam „eer"
aangedaan had!?) werd bedwongen. De afsluiting „West" van de
Schelphoek leverde nu verder geen moeilijkheden meer op.
Door deze sluiting werd de aanval sterker op mijn naamgenoot,
de Klompe Geul, en moest ook deze nu spoedig worden bedwongen.
De spanning steeg, doch alles verliep, misschien wel niet geheel