43
situatie op Schouwen waren ontmoedigend: Schouwen was veel
erger dan Walcheren, omdat Schouwen belangrijk lager ligt.
En voor deze situatie moesten maatregelen worden getroffen.
Een groot deel van het personeel van de Dienst Zuiderzeewcrl en
met een groot deel van het materieel werd naar Schouwen over
gebracht.
Ondanks de spoed waarmee dit alles gebeurde, duurde het in
onze ogen toch lang, omdat het water verder knaagde, steeds
grotere wonden veroorzakende: zou Waterstaat deze taak wel aan
kunnen
Het hart van het herstel werd gevestigd in 's Landskamer. Dit
grote gebouw werd herschapen in een gebouw met vele kleine ka
mertjes, waar ingenieurs, technisch- en administratief personeel
hun werk ongestoord moesten kunnen doen. Er werd overlegd en
plannen ontworpen door de Ingenieurs, de bekwaamsten uit het
land, dag aan dag en iedere avond tot omtrent middernacht.
Met het werk aan Burghsluis en aan de Westhavendijk werd be
gonnen, waarvan die aan de havendijk, „Operatie Wanhoop", mis
lukte, waardoor men zich de onuitgesproken vraag stelde, of die
Zuiderzeewerkers de kracht van de Zeeuwse stromen wel kenden?
Niet alleen in 's Landskamer werkte men, maar ook in het La
boratorium te Delft: door samenwerking groeiden de plannen voor
„Levensstrijd" en „Schelphoek" tot hun definitieve vorm. T.a.v. de
Schelphoek moest gekozen worden tussen een nooddijk buitenom
of binnendoor. Wij, die gaarne behouden wat we hebben, hoopten
op een buitendijk, doch de beslissing viel op een binnendijk. Men
wist nu wat er ging gebeuren en het aangevoerde materieel ging
in beweging komen. Materiaal werd regelmatig in grote hoeveel
heden aangevoerd. Ongekende hoeveelheden stortstenen, rijshout,
riet en klei moesten worden aangevoerd en werden aangevoerd,
dank zij het kloppende hart in 's Landskamer en de organen welke
door dat hart werden gevoed.
De aannemers gingen zinkstukken maken en zinken aan de
lopende band; de dijk begon langzaam te groeien en zo kwam er
langzaam weer vertrouwen in het werk. Vooral toen wij op 12 Mei
j.l. in de gelegenheid werden gesteld een kijkje te nemen in het
laboratorium te Delft, voorafgegaan door een ontvangst op het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat door Zijne Excellentie Algera
in eigen persoon, die ons in treffende bewoordingen overtuigde
van zijn medeleven en ons de verzekering gaf, dat alles in het