40
dijken kan maken. Evenwel wil hij medewerken aan een plan tot
verbetering van de gehele zeedijk van. Schouwen-Duiveland. Inder
daad is uitvoering nu goedkoper dan bijv. over enkele jaren.
Ziet men kans om het geldelijk verschil te overbruggen, dan is
er z.i. een redelijke kans van slagen en lijkt het hem in beginsel
mogelijk.
Dhr. H. C. van de Zande had dan graag dat Ir. van de Wall en
zijn staf een plan en begroting van kosten zullen opmaken om
geheel Schouwen-Duiveland een voldoende beveiliging te geven. Wij
polderbesturen zullen dan zien in Middelburg en Den Haag gelden
los te krijgen en zelf zoveel mogelijk betalen.
Ir. van de Wall zegt toe bedoeld plan en begroting van kosten
op te maken, waarvoor dhr. Van de Zande zijn dank betuigt.
13. Dhr. A. M. Geluk, Kringvoorzitter van de Z.L.M. beveelt
aan onr zoveel mogelijk arbeidskrachten aan te trekken en dan in
de eerste plaats de eigen mensen terug te laten komen; hij doet
daarbij een beroep op de aanwezige burgemeesters. Om deze men
sen onderdak te verschaffen waren gezinsbarakken te plaatsen.
Financieel kan dit voor het Rijk geen nadeel opleveren, daar de
evacuatiegelden ook een enorm bedrag uitmaken, waarvan de uit
kering alsdan zou stilvallen.
Eigen mensen zullen naar zijn mening vlugger werken en meer
presteren, daar zij werken voor hun eigen bestaansgrond.
Dhr. H. C. van de Zande onderstreept, dat, indien de mensen
uit de droge gebieden hier wonen, zij meteen al hun reisgeld „ver
dienen".
Ir. van de Wall deelt mede, lijsten van bruikbare mensen te
hebben opgevraagd, doch niet de indruk heeft gekregen dat velen
daarvan bruikbaar zullen blijken. Wat de prestaties betreft moet
hij inderdaad erkennen dat er een belangrijke prikkel gemist wordt,
nu de uitvoering in regie plaats vindt. Zodra dit mogelijk is,
zullen diverse objecten worden aanbesteed.
Indien het om werkvolk gaat, zo is hij bereid die mensen wel
in te schakelen, doch dan in groepen, bijv. van 50 man, waartoe
men zelf voor onderkomen moet zorgen.
Dhi'. H. C. van de Zande legt er nog de nadruk op, dat men
t.z.t. diezelfde mensen bij de herverkaveling nodig heeft en doet
daarom ook nog een beroep op de „droge" gemeentebesturen, om
zoveel mogelijk gastvrijheid te verlenen aan terugkomers.