W. van Hoeve te Sirjansland,
J. L. Vis te Noordgouwe,
F'. L. Krepel te Bruinisse,
H. C. v. d. Zande te Nieuwerkerk,
Jac. Goemans te Dreischor,
J. J. C. de Vlieger te Zonnemaire,
M. Blom te Haamstede.
Als voorzitter dezer Commissie werd aangewezen de heer J.
Klompe te Serooskerke (S.), als haar secretaris de heer A. C.
Hartog Dz., Ontvanger-Griffier van het Waterschap Schouwen
te Zierikzee.
Uit deze Voorlopige Commissie werd een „Werkcommissie" ge
vormd, bestaande uit de heren J. Klompe, H. C. v. d. Zande en
A. M. Geluk; secretaris A. C. Hartog Dz.
Deze Werkcommissie bracht bij schrijven d.d. 27 Maart 1953
het verlangen der in de aanvang genoemde vergadering ter kennis
van de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en aan de Commissaris
der Koningin in de Provincie Zeeland.
Bij schrijven d.d. 16 Juni 1953 werd door de Werkcommissie
aan de polderbesturen een schema van bundeling der waterschap
pen voorgelegd. Uit de hierop binnengekomen reacties bleek het
volgende:
a. Tegen iedere vorm van samenwerking: 5 der oppervlakte van
Schouwen-Duiveland
b. Niet afwijzend tegenover samenwerking ten aanzien van de
zeewering: 94
c. Niet afwijzend tegenover samenwerking ten aanzien van de
wegen: 73
d. Niet afwijzend tegenover algehele samenvoeging: 13
Uit het resultaat van deze cijfers concludeerde de Werkcommissie
dat men beginnen moest om samenwerking ten aanzien van de
zeewering verder uit te werken, de andere onderwerpen zouden
dan te zijner tijd in studie genomen worden.
Op 1 September 1953 werden verschillende gegevens aan de pol
ders opgevraagd, om daaruit tot een bevredigende organisatie van
een z.g. „dijkring" te komen.