11 De vergadering van 14 December 1953 besloot de denivellerings- maatregelen, zoals neergelegd in het Koninklijk Besluit van 4 Augustus 1953 (Stbl. 375) op de salariëring van het waterschaps- personeel van overeenkomstige toepassing te verklaren. Voorts werd besloten om de vooroever van de Langendijk te be zinken: 17253 m2 zinkwerken en 10547 m2 bestortingswerken. Ra ming: 550.000,—. Aan de voorzitter werd een tijdelijke toelage van 1000,per jaar, aan elk der heemraden van 250,per jaar toegekend, met ingang van 1 Februari 1953, tot wederopzegging. De vergadering sprak nog als haar mening uit, dat door het Rijk geen binnendijken in het Waterschap aangelegd behoren te worden, doch ten behoeve van de veiligheid van mens en dier de zeedijken te verhogen en te verzwaren en op plaatsen waar nodig, de inlaagdijken te versterken, resp. nieuw aan te leggen. De Delta- dijk ter afsluiting van de Ooster-Schelde behoort h.i. zo ver mo gelijk Westwaarts aangelegd te worden. Dit gevoelen werd aan de daarvoor in aanmerking komende instanties kenbaar gemaakt. 3. Schouwing In dit dienstjaar kon geen schouw op peilsloten, zijlen en kunst werken gehouden worden, daar tot het einde van het jaar het Waterschap geïnundeerd was. 4. Vergunningen In dit dienstjaar werden de volgende vergunningen uitgereikt: 3 vergunningen tot het plaatsen van aalfuikjes: opbrengst 3 X 1,- 3,— 16 consenten om met kruisnet in de waterleidingen, voorzover die niet door anderen waren verpacht, te vissen: opbrengst 16 X 10,— 160,—; 16 mosselbriefjes: opbrengst 16 X 3,48, Vergunningen tot het: leggen/veranderen van dammen in peilsloten of landhoofdjes in waterleidingen, maken van voetbruggen; -roten van vlas in de waterleidingen;

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 13