90 weken nog 10 mannen) opdracht, ook verderop cadavers te gaan halen. Het verzamelpunt was in Zierikzee de Engelse Kade, waarheen de ca davers per vrachtauto's van de dijken .werden gebracht. Op 7 Maart waren cadavers van ruim 4000 runderen, benevens die van vele schapen, varkens, geiten, konijnen, kippen, katten, enz. ge borgen. Tot 12 Mei is dit bergingswerk voortgezet. Toen waren prac- tisch alle cadavers geruimd. Het bergen geschiedde met 7 s 8 vletten met buitenboordmotoren, die de vlotten trokken. Verder waren voor dit werk enige boten aange kocht. In de cadaverploeg werkten verschillende Zierikzeeënaren, zoals, drie gebroeders den Boer Havenhoofd), L. Simmers, C. den Haan, C. Snijders-, B. Boot, L» de Ruijter, de Gebr, Meerdink, Jac. bij de Vaate, Maijs (Bagijnestraat) e.a. Deze mannen hebben'echt pioniers werk verricht. Zo was bij het Havenhoofd de schuur van de landbouwer den Boer in elkaar gezakt. Het dak dreef op allerlei rommel. Een poldertje was afgesloten door de dijk en het gat in de Westhaven- dijk en toen de ploeg daar aankwam, moeilijk te bereiken, wegens het tij. Er moesten daar 40 a 50 cadavers geborgen worden, wat gezien de toestand van de schuur een gevaarlijk karwei was. Bovendien regende, sneeuwde en het hagelde bijna voortdurend. Ook hebben verschillende mannen vaak een nat pak gehaald. L. Sim mers en L. den Boer zijn bij het bergen van 'de verdronken schapen van Joh. Ringelberg in de polder "Dreischor" kopje onder in een vaargeul gegaan. Bij de landbouwer de Vrieze te Dreischor, moesten ze door diep water. Koos Meerdink klom daar op een schuurdak, deffj ineens naar beneden schoot en op het water bleef drijven. Een drietal mannen heeft bij de Rampaertse dijk in gevaar verkeerd. Het vloei daar hard en Simmers, Cor Meerdink en Dingema.n de Jonge liepen daar door een gat van de dijk, waar een dak in gelegen was. Ze hoopten, dat het safe zou zijn, om over dat dak het volgende stuk van de dijk te bereiken. Tot hun schrik ging plotseling het dak drijven, maar zij konden er nog juist afspringen, de Jonge op het droge, Simmers en Meerdink in het water. Het dak. dreef snel v/eg, maar de drie mannen waren in veiligheid. Deze bergingsploeg heeft ook nog een lijk gevonden, nl. van een zekere de Reus van Stevensluis (bij Nieuwerkerk) Op Maandag 16 Februari beëindigden verschillende hulpploegen (civiele) hun werkzaamheden, o.a. de Giethoornse punterploeg. De punters werden door verschillende schippers uit Ouderkerk a/d IJssel (o.a. schipper Joh. Speksnijder, in.s."Atalanta") naar Giet hoorn teruggebracht De boeren uit Giethoorn en omgeving, keerden die dag per R.T.M. boot naar hun woonplaatsen terug. Een grote groep Giethoornse helpers was met het' detachement adel borsten reeds op Vrijdag 13 Feb. door. middel van mijnenvegers af gevoerd. 's Maandagsmorgens 16 Feb. werd van de nog aanwezige mannen uit de N.W.hoek van Overijssel, het daarbij ingedeelde Marinepersoneel en de Wegenwachters van de A.N.W.B, afscheid genomen in hun kwartier, de Chr. Uloschool Kerkplein N.Z.), Kolonel van Waning sprak allen op hartelijke wijze toe, welke toespraak door vertegenwoordigers der verschillende groepen werd beantwoord. Ook namens de landbouworganisaties werd de mannen dank gebracht voor hun krachtige hulp. Van de, ook op blz. 88 genoemde 36 vaartuigen, waaronder 21 punters, opereerden er 10 vanuit Renesse en-6 vanuit Zierikzee in Schouwen, 6 vanaf de Zuidelijke dijk in de polder "Dreischor" en 14 in de polder "Vierbannen", waarvan er 6 voor vee-evacuatie in gebruik waren. Steeds werden enkele boten in reserve gehouden. Tussen 7 en 11 Februari werden ruim 200 paarden en koeien, plus een hoeveelheid kleiner vee uit de polders op het droge gebracht. Naast de redding van het levend vee en de berging van cadavers, mag ook de berging van LANDB0ÜWMACHINES en -WERKTUIGEN niet onver meld blijven. Eerst werden de tractoren met combines geborgen en la ter de enkele tractoren.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 91