De veearts, de heer D. v.d. Akker (Botermarkt)was 's Maandagsmorgens
op het stadhuis geweest en had vrij mandaat'gekregen om de nodige
maatregelen te treffen, wat betreft het loslopende vee. De heer v.d.
Akker ging toen zelfstandig aan het werk èn vroeg de medewerking van
onderwijzers, die hij als verbindingsmannefi wou inschakelen, daar
hij zelf die dag thuis moest blijven om regelingen te treffen,
's Maandags kwamen er wel 125 mensen bij hem aan huis, onder wie ve
len, die zich als helpers kwamen aanmelden. Dinsdags kwamen nog 70
en 's Woensdags 20 mensen bij de heer v.d. Akker.
Van gemeentewege werden palen geslagen bij de Grote Kerk. Verschil
lende van bovengenoemde helpers spanden hier touwen tussen, anderen
vingen dieren op, weer anderen kregen tot taak? fourageren en'voede
ren,
De heer v.d. Akker charterde ook diverse mensen, die "niéts
doend" op straat werden aangetroffen, voor het halén van vee uit de
buitengemeenten. Voor veeberging werd contact opgenomen met Zonne-
maire, Noordgouwe en enkele andere gemeenten.
Bij de taxateurs werd ook de wethouder vari.Kerkwervede heer
J. der Weduwen, als zodanig aangesteld. Deze taxateurs registreer
den het vee volgens de oormerken, wat ook het identificeren der ca
davers gemakkelijk maakte.
De heer F.C. Hanse verzorgde o.m. de betalingen, die door.de
landbouworganisaties geschiedden, zomede de kleding en de verzorging.
Al degenen die bij de berging en verzorging van het vee hebben mee
geholpen, kregen voorschotten.
Daar niet voldoende voedsel voor het vee aanwezig was en ook,,
om een deel der bevolking te brengen tot vrijwillige evacuatie,
werden vee en paarden afgevoerd. Dieren, die niet vervoerd konden
worden, als varkens en nuchtere kalveren, werden geslacht in het
slachthuis van J.v.d. Graaf (Schuithaven). De geslachte dieren wer
den in de toren en in een pakhuis opgehangen.
De omstandigheden, waaronder ze geslacht werden, waren niet zo
gunstig. Er was nl. geen water en wat houdbaarheid "betreftwerd het
vlees voorwaardelijk goedgekeurd. Veel vlees ging naar de gaarkeuken
(zie blz 72) en ook heel wat vlees werd voor halve prijs verkocht.
De verkeersinspectie functiohneerde uitstekend, evenals andere
verdelingsdiensten. Kolonel van Waning, van wien veel medewerking
en hulp ontvangen werd, noteerde alles.
Wat de veeberging, -redding en -afvoer betreft, hebben velen
zwaar, en verdienstelijk werk verricht. Hierbij mogen zeker ge
noemd worden de zonen van de. veehandelaar Willem Meerdink (Zuid-
Wellestraat)s Arie (Stoofje, Verre Nfeuwstraat, zie blz. 32 en 33),
Kees, Jan, Koos en Zeger, de zwagers van Arie Meerdink, de gebr»
Kristalijn, M. Uijl, Jac. Rossen, drie gebroeders den Boer (Haven
hoofd) Jac. bij de Vaate, Maijs en L. Simmers.
De Meerdinks vervoerden alles gratis in hun wagens.
Het onderbrengen, taxeren en afvoeren van het vee bracht grote moei
lijkheden met zich mede. De heer Hanse heeft zelf drie dagen vee
helpen laden, daar er bijna geen mensen te krijgen waren voor dat
werk, ook al door de geruchten over evacuatie der bevolking.
Er moest stro worden gehaald, enz. enz. Zo werd er verscheidene;,
dagen van 's morgens 8 uur tot 's nachts half 1 a 2 hard gewerkt.
Een kleine hartversterking zo nu en dan en een sigaartje was geen
overbodigheid.
Over de VEEREDDINGEN, die vaak hij zeer ongunstig weer en
onder moeilijke omstandigheden moesten geschieden, dient nog een en
ander te worden vermeld.
De Meerdinks en Kristalijns, tezamen 8 man, rukten 's Zondagsmorgens
al vroeg uit om vee te gaan redden. Ze kwamen hierbij eerst in de
Zandweg, waar schapen van Meerdink zich bevonden. Er kwam daar'ook
al gauw water. De schapen stonden op hoopjes bagger en moesten
zwemmen, om in de wei te komen. Weliswaar kwamen ze droog'in de stad,
maar de volgende dag zijn ze op het Stoofje toch nog verdronken
(zie blzc 33).
Bij hoer J. Kloet (Boerenweg) moesten de redders tot aan de nek door
het water heen.
De landbouwer A.v.d. Hoek was weg, maar zijn vee hebben ze nog kunnen
redden, 's Zondagsavonds hebben zij nog paarden gehaald en in vei
ligheid gebracht.