84 Zoals reeds gemeld is, werd de inspecteur van politie F.Kooij van het Bureau Bescherming Bevolking van het Ministerie van Binnen landse Zaken, in Zierikzee voor politionele werkzaamheden ingezet. Deze arriveerde per "boot van de Rotterdamse Rivierpolitie. Hij werd door dhr. Francken "belast met de tijdelijke leiding van het korps GEMEENTEPOLITIE. Hij nam eerst de stand van zaken op het politiebureau op, waar een informatiebureau was gevestigd, dat geregeld bezet was en waar ook administratief werk werd verricht. Hiervoor waren de adjudant-korps chef, 1 hoofdagent en 5 agenten en hulpagenten aangewezen. Aan heteigenlijke politiewerk namen in samenwerking met de Rijks politie 12 agenten en hulpagenten van de gemeentepolitie deel,o.l. v. de opperwachtmeester Harms (Rijkspolitie) en brigadier A.Pipping (Gemeentepolitie) Deze manschappen waren, zoals reeds medegedeeld, Alle gelegerd in hotel "Concordia"(Appelmark)waar 2 zalen voor bureau- en eetruim- te waren gevorderd. De heer Kooij nam hier ook zijn intrek. Op Zaterdag 7 Feb. werd een avondklok, ingevoerd, van 22 uur n.rn. tot 7 uur v.m. Voorts werd de toegang verboden tot geheel of gedeel telijk overstroomde en ontruimde straten en wegen "(waar borden '"Verboden toegang" werden aangebrachtliet gemeentegebied van Zie- rikzee en het geëvacueerd! gebied. Als men aan een eerste sommatie door de politie' om te blijven staan, niet voldeed, mocht deze van de-vuurwapenen gebruik'maken. Ontheffing van bovengenoemde bepalingen kon worden verleend, ten bewijze waarvan een vergunning op naam werd afgegeven. Geregeld surveilleerden patrouilles door de stad, bestaande uit ééïi man Rijks- en één man Gemeentepolitie. De op blz. 83 genoemde patrouilleboot verrichtte goed werk. De be manning' zocht ook systematisch de woningen en boerderijen af, om na te gaan, of zich nog mensen, vee, lijkenofcadavers erin bevonden. Verschillende levende dieren .werden nog door hen op het droge ge- bracht, maar ook gouden en zilveren voorwerpen, geldtrommels en waardevolle papieren werden veilig gesteld en op het bureau gede poneerd» Deze laatste vondsten werden verzegeld, genummerd, geregistreerd en in de gemeentekluis gedeponeerd. Vanuit Kerkwerve werd. het stoffelijk overschot weggehaald van een, juist vóór de ramp overleden man. Ieder doorzocht perceel werd met'witte verf gemerkt, om dubbel werk te voorkomen. Op 17 Feb. herkreeg de .adjudant-korpschef de leiding over de gemeen tepolitie, die in haar geheel in het politiebureau terugkeerde, na dat de brandweer in het 'hoekhuis Meelstraat-Maarstraat was onder gebracht. Brigadier Pipping werd echter rechtstreeks met de straat dienst belast. De 'hoofdagent-fotogra.af J.E. Renshof, werd aangèwesen met de Rijksidentificatiediénst samen te werken en t.z.t. deze werk zaamheden over te nemen. Inspecteur Kooij keerde 17 Feb. weer naar den Haag terug. Tenslotte volgen nog enige persoonlijke ervaringen van leden van het korps gemeentepolitie. De adjudant-korpschef en hoofdagent Renshof hebben 10 nachten in de cel van het politiebureau geslapen, wat eerst een vreemde gewaarwor ding 'was, Zodoende waren zij geruime tijd dag en nacht op het bureau. Het politierapport meldde de eerste week o.a. nog, dat Marinus Klink' uit de Bagi jnestraatdie'met een Urker vissersboot voor red ding was meegevaren, een geldsom ten bedrage van plm, ƒ6700,op het bureau had gedeponeerd, welke som hij op het lijk van een zekere Bolijn uit Viane had aangetroffen. Verder meldde het rapport, dat Flikifert uit de ffeststraat weigerde ruimte voor stalling af te staan, geen hooi voor vee wenste beschik baar te stellen en dat in onbeheerde woningen 2 mannen waren ge signaleerd. Ook werden verschillende gevonden voorwerpen aangegeven» Op Zondag 8 Feb., werdeen inwoner van Wageningen, wegens onbehoor lijk gedrag, per le reisgelegenheid van het eiland verwijderd. De Reservepolitiemannenverrichtten o.a. dienst bij. het af zetten van straten en het uitoefenen van controle. Agent G.C. "Eclchardt is de'eerste drie nachten niet naar bed geweest.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 85