5 Achter de planken kwam een gat in de straatwaardoor deze weg sloegen. Het water stroomde ook het hotel in, waardoor de aanwezigen (onder wie hotelhouder Gilden en gezin en de voorzitter van de lote rij club "Ons Genoegen", die juist een feestavond gehad had, dhr. L.J. v.d.Linde) al gauw tot aan de knieën in 't water stonden en alles rond ging drijven. Bovengenoemde 3 heren gingen weer het hotel "bin nen, waar ze gauw naar "boven moesten. Ze gingen eerst halverwege de trap op, nadat de burgemeester nog getracht heeft te telefoneren, wat evenwel niet lukte, terwijl de burgemeester snel van het toestel moest worden weggetrokken, om in veiligheid te komen. Eerst was mej. Jenny Smalhoer, die op de andere hoek van de Hoofdpoortstraat woont, nog geholpen, daar er water door de muren van haar huis sijpelde. Ook had adjudant v.Ast het politiebureau gevraagd hem telefonisch mot z'n zoon Jan te verbinden, doch deze kreeg geen gehoor'toen hij belde. Ook agent Schults kreeg geen gehoor meer. Het gezelschap in Hotel Smalheer ging naar de bovenvoorkamerom van daaruit buiten de situatie gade te slaan. Plotseling werd een verdacht gekraak ge hoord en de heer Argelo rieps"Als de bliksem weg, want de zaak stort in". Allen als hazen naar de achter-bovenverdieping èn toen ze daar goed en wel waren, stortte inderdaad de voorgevel in. Vervolgens met geweld een deur opengebroken en de stalen brandtrap af. Toen ging de sirene, waarbij de burgemeester, die zeer overstuur was, de mening uitte, dat er nog brand was ook, vergetend dat zij zelf het sein hadden gegeven om te loeien. Ze zagen licht branden bij "Zeelandia" en in de grote kerk, In de buurt was geen licht te bekennen. Toen schuur en muur op en af en zo belandden allen"bij de buren, fam. Jac.Botvliet-v.d. Bout, waar ze op zolder terecht kwamen, bij wel 10-14 mensen. Beneden was daar ook al een en ander weggeslagen. Bot- vliet zelf was niet thuis, want hij had "kachelwacht" in de Grote Kerk, Toen ze daar een poosje boven zaten, stortte ook een gedeelte voorgevel van dit huis in. Allen klauterden naar beneden en vlucht ten weer verder. Onderweg kwamen ze Ko van Beveren uit de Zevenhuis straat nog tegen. Ze moesten door tuintjes kruipen, over natte plaats jes en mesthopen heen. Onderweg struikelde de adjudant-korpschef nog over een drooglijn en viel tegen een muur aan. Ook kreeg hij een stuk steen op zijn tenen. Met de burgemeester aan de hand en dhr. Argelo belandden ze eerst in de woning van Plikweert in de Zevenhuisstraat, waar het ook een bende was. Toen kwamen ze achter de huizen van de Krepelstraat terecht, na in de Zevenhuisstraat nog door een raam te zijn gekropen. Uit het huis van Ko van Beveren bleek een muur te zijn weggeslagen, Tenslotte kwamen ze in de woning van L.C. de Jonge in de Krepelstraat, waar ze de achterdeur openden, met gevolg dat di verse spullen in sneltreinvaart er uit spoelden. In dit huis stond het water ca. 1 meter hoog. Met het gezin de Jonge (man, vrouw en 4 kinderen) en dat van Ko van Beveren hebben ze tot ruim 8 uur boven gezeten. Onderwijl werd een sigaret gerookt bij de waxineverlichting en wat uitgekeken en gepraat. Toen het enigszins doenlijk was, ging men naar beneden en via Hoofdpoortstraat en Nieuwe Haven de stad in. De burgemeester moest nog een eindje op de rug zitten van hoofdagent J.W, Eenshof, die op verkenning was uitgegaan naar z'n huis (naast dat van L.C. de Jonge). Via de Oude Haven strompelden ze naar het politiebureau. Onderweg schrokken ze van al de verwoestingen. De bur gemeester was totaal uitgeput door de doorgestane emoties en kon ook niet meer verder door zijn te grote lieslaarzen. Te ca. half 8 kwa men burgemeester en adjudant op 't bureau binnen. Adjudant v. Ast was ook verre van fit. De heer Argelo voelde zich nog het beste en zat al gauw op de woonark "Jenneke" in de Oude Haven, van de heer L. v.d. Heuvel, die hij onderweg ontmoet had, een kopje thee te drinken en plannen voor afsluiting van straten aan de havenkant te bespreken (o.a. de kistdam bij Hotel Smalheer, die v.d.H. ook ge maakt heeft en de bekisting bij het Monument op het Kraanplein). Om bij de burgemeester te blijven, deze ging van het politie bureau naar 't stadhuis en wilde vervolgens thuis in de Blokweg de stand van zaken eehs opnemen. Hij nam bode.J.-A. Bienefelt in de auto mee, zo ook de 73-jarige weduwe Put van de Breedstraat, die 's mor gens heel in de vroegte in nachtgewaad en mantel met een bundel kleren in de hand naar 't politiebureau was komen vluchten en nu naar Candel op de Watermolen wilde. Ze werd daar prompt afgeleverd, waarna burgemeester en bode doorreden naar de Blokweg. Ze gebruikten daar thee met beschuit.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 6