68 (in de Poststraat hadden zij bij bakker W. G. Potappel een broodje opgelopen). Op de hoek Wandeling-Hoofdpoórtstraat stond veel water. Langs een omweg konden zij. op de Nieuwe Haven komen en via het Bol werk in het huis van Abr. Stoutjesdijk in de Hoofdpoortstraat. Van daar zijn zij naar de overkant geploeterd, van Aken naar zijn ouders en Catshoek naar zijn Vrouw, kinderen en logé's (zie ook blz. 13). Om 9.15 uur konden zij het huis verlaten en zijn ze na.ar familie in de Verrenieuwstraat gegaan, 's Middags is C. aan het werk getogen. Het stadstimmerhuis was droog gebleven, dus konden daar verschillen de karweitjes worden opgeknapt, C, heeft verschillend werk gedaan, aan de vloedplanken gewerkt, riolen afgestopt, palen geslagen bij do Grote Kerk om vee aan vast te zetten, enz. Hij werd ingeschakeld bij de brandweer, waar hij 3 weken lang bij alles heeft geholpen? met haken hooi uit elkaar gehaald wegens hooibroei, met rubberboten goederen gehaald, 's nachts wacht gelopen, enz.enz. Na die periode kwam hij weer in het gewone gemeentewerk, wat ook drukte genoeg gaf. In dit verband willen we nog iets naders vertellen over de op zichters van de Centrale Dienst. Opzichter L.H.A. de Jonge (P.D. de Vosstraat) was 's Zaterdags per motor naar Rotterdam geweest en kwam na een moeilijke reis 's avonds om 6 uur thuis. Hij liet toen de vloedplanken, die 's middags voor de grote straten gezet waren, weghalen. Later, vanaf het bureau van de Centrale Dienst (Oude Haven ZZ.zag hij water op de kant komen. Hij ging toen naar huis om laarzen en werkkleding te halen. Juist op tijd (plm. kwart voor l) kwam hij terug, om de vloedplanken weer te laten zetten, maar daar zijn collega daartoe al orders gegeven had, was dit niet meer nodig. Met zijn college?. Ornee heeft hij de' planken geïnspecteerd en geconstateerd, dat alles goed stond. Zolang 'zij konden, zijn zij bij de vloedplanken gebleven, nu eens hier, dan weer daar:; soms geza.menlijk, soms ieder a.fzonderlijk. Toen het water op de Nieuwe Haven over de planken dreigde te sla.an, is de Jonge in diverse straten mensen gaan waarschuwen. Daarna gingen zij naar de'hoek bij hotel Smalheer, waar de burgemeester, de adjudant- korpschef en de directeur van de Centrale Dienst zich bevonden. De opzichters hebben de heren meegedeeld, dat het nodig was, iedereen te waarschuwen, door middel van de sirene. De heer A.rgelo had intus sen orders gegeven, de ambachtslieden op te roepen voor versterking van vloedplanken, wat echter niet gelukte (zie ook blz. 3.) De ad-, judant-korpschef ging in de telefooncel van het hotel en belde het politiebureau op met de mededeling?"tweemaal loeien", wat volgens de Jonge te weinig was. Daarom snelden de heren de Jonge.en Ornee naar het politiebureau, om de aanwezige agenten te vragen, meer sei nen te geven. Agent Eckhardt voldeed aan hun verzoek en heeft gerui me tijd de sirene laten loeien. Inmiddels waren de opzichters naar het Kraanplein vertrokken, waar zij tegen 3 uur het water over de vloedplanken zagen lopen. Ongeveer 12 minuten later donderde de muur achter het monument in. Zij.stuur den de toen nog bij de vloedplanken staande mannen naar huis en gingen zelf ook terug, langs het Havenpa.rk ZZ. In de rijwielzaak van B.J. de Jonge heeft opzichter de Jonge getracht hotel Smalheer op te bellen, om de heer Argelo nader in te lichten, doch hij kon geen verbinding krijgen. De opzichters besloten toen, naa.r het politiebureau te gaan. Onderweg zagen zij fotograaf Kr. de Peijter met een fototoestel in de ha.nd, daar hij enige opnamen had gemaakt. Een moment later kwam hij terecht in een kuil van de straat en zakte wel tot zijn nek toe in 't water. Hij had echter de tegen woordigheid van geest, zijn toestel boven water te. houden. Opzichter de J. heeft hem gauw uit zijn benarde positie verlost. Op het politiebureau, waar agent C. Leeuw" de telefoon bediende, tracht ten de opzichters opnieuw contact met hotel Smalheer te krijgen, maar weer tevergeefs. Van buiten kwamen talrijke telefoontjes binnen, die grossier G.J. Wilbrink ijverig noteerde. Opzichter de J. is inmiddels nog even naar zijn huis in de P.D. de Vosstraat gegaan, heeft daar verschillende dingen naar boven gebracht en ging vervolgens vele buren waarschuwen, die echter niet wilden geloven, dat er in hun straat wa.ter zou kunnen komen. De heer de J. keerde naar 't politiebureau terug en ging vandaar de gasfabriek waarschuwen, dat de gasvoorziening moest worden stopgezet. Ook heeft hij de P.Z.E.M. een tip gegeven, inzake stroomafsluiting voor de bui tengeme e nte n

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 69