59
ken, bewijst hetgeen de 19-jarige Jacomina Berrevoets, Cd, uit de
KORTE ST, JANSTRAAT in de rampnacht doormaakte.
Zij was ombalf 1 nog met haar moedér op de Nieuwe Haven geweest,
waar het water toen al op de kant stond. Baar zij het niet vertrouw
den, zijn zij naar huis, maar niet naar bed gegaan. Om 1 uur heeft
Mien haar vader uj,t Hotel "Smalheer" gehaald, die daar als lid van
de loterijclub "Ons Genoegen" het jaarfeest bijwoonde. Door de Lange
St.Janstraat liepen zij vlug naar huis.
Tegen 2 uur gi-"" Mien naar mw. J. Schot-Bakker op de Nieuwe
Haven, wier man naar Rotterdam was. Zij wilde mw. Schot meenemen,
maar deze voelde daar niet veel voor, al stond er in haar kelder al
m. water. Zo ging Mien dus alleen daar weg, omstreeks 2.25 uur eïl
het volgend adres, dat zij aandeed was in de Venkelstraat, waar zij
de wed. Tromper, een goede kennis, wilde bezoeken. Toen zij daar was,
loeide de sirene, Mien kon nog juist wegkomen, want er liep al flink
wat water onder de vloédplanken door.
Door de (nog droge) St.Domusstraat ging Mien naar huis, maar ze
had geen rust en wilde bij haar a.s. zwager en schoonzuster het
echtpaar P» Dekker-Thiery gaan kijken, die naast Hotel "Smalheer"
in de Zevenhuisstraat wonen. Zij moest een hele omweg maken om er
te komen maar het gelukte toch via de Poststraat, Wevershoek, Gat
van Westen, SchuttershofstraatBreestraat (waar al water stond)
en Hoofdpoortstraat.
Dekker en zijn vrouw waren druk bezig met het wegscheppen van
water en hadden ook al heel wat huisraad naar boven gebracht. Kien
■hielp hen daar verder mee, maar al gauw weigerde het electrisch lie1t.
Ze hebben toen -enige- kaarsen aangestoken, zowel boven als beneden.
Toen het echtpaar Dekker boven was, vatten een paar stukken papier
v.lam, waarop zij "brand" riepen. Mien, die nog beneden was, hoorde
dit, maar was in de veronderstelling, dat dit geroep van' buiten kwam,
Om te gaan kijken, trok zij de voordeur open. Juist op dat moment
was echter de vloedplank bovenaan de Zevenhuisstraat bezweken en
éen berg water stortte zich in de straat. Mien 'kon de deur niet
meer dicht krijgen, zij werd gegrepen door een grote golf en in het
ijskoude water geworpen. Het was haar onmogelrjk, zich op' te richten,
zij wérd in snelle va-art meegesleurd, de hoek van de Krepelstraat
-om, door die straat heen, dwars over de Breestraat, de Schuttershof
straat in. Daar werd zij tegen de gevel van het huis van de heer
M.J. Pols aangedrukt en klemde zich zo goed mogelijk daaraan vast.
De bewoners zaten boven, maar konden haar niet helpen, zodat ze. los
moest laten. Dwars door de straat heen, werd zij meegevoerd, door
esn huis heen (vermoedelijk het gedeel'telijk ingestorte huis van Jac.
Dekker-de Looze) waarna zij aan de achterzijde van de huizen ih de
Regenboogstraat in een tuin terecht kwam. Daar heeft zij nog even
op een kippenhok gezeten, maar toen was de redding nabij, want zij
werd gegrepen door Hendrikus Merle Sr.die met zijn gezin boven
zat en haar naar binnen wist te trekken.
Mien was doornat, vuil, uitgeput, versuft en had vrij diepe
wonden aan haar voeten en benen opgelopen. Tot 's Zondagsmorgens
half 12 heeft zij bij de fam. Merle gezeten. Door het water heen,
dat 1 M. hoog stond, is zij toen tot voor de Lutherse kerk gedragen,
waarna zij, zo goed en zo kwaad e,ls dat ging, naar huis is gelopen.
Haar ouders dachten, dat zij steeds bij de fam. Dekker was ge
weest en schrokken, toen- zij Miens verhaal hoorden. Nadat zij voorlo
pig verbonden was en wat gebruikt had, is zij naar de Rode Kruispost
op het politiebureau gegaan, waar dokter Vogelaar haar verder beha' -
deld heeft. Hij schreef haar 3 weken rust voor. Volgens de dokter
had de laag vuil, die zij op haar lichaam had een beschermende wer
king, zodat zij minder vatbaar was.voer longontsteking daardoor.
Nog lang heeft zij last gehad van haar benèn en voeten en ook
haar zenuwen hadden een flinke schok te verduren gehad. Zo heeft*het
verscheidene wéken geduurd, eer zij haar werkzaamheden als winkeljuf
frouw te Renesse weer kon hervatten. Niettemin waren zij en haar ou-
dérs hoogst dankbaar, dat zij er nog zo goed was afgekomen, want hoe
gemakkelijk had zij" onderweg door egn botsing bv. het bewustzijn
kunnen verliezen. Zelf had ze niet anders gedacht, of haar laatste
uur was geslagen en voortdurend had 'zij de verdrinkingsdood voer
ogen.