58
huizen kunnen .halen en naar de dijk kunnen "brengen.
Ook de volgende dagen hebben de Gebr. Moermond aan verscheide
ne reddingen deelgenomen.
De landbouwer Jan Kloet uit de Boerenweg, die door A. Moermond
en A. Bil was gewaarschuwd, zag om 4 uur 's morgens met vrij grote
snelheid water aankomen uit de richting Schouwen. Zijn vrouw' en kin
deren zijn onmiddellijk naar boven gegaan, de buren,fam. L. Boot,
vertrokken direct naar de stad. Van Kloet zijn 12 koeien verdronken,
de andere konden gered worden en zijn des middags weggehaald. Ver
scheidene stuks vee, die 's middags gered waren, zijn 's avonds
echter verdronken, o.a. van de landbouwer L.D. Padmos uit de Oudeweg,
De fam. Kloet is bij hun zwager P. Versteeg in de Driekoningenlaan
ingetrokken, maar ook daar werden zij door het .water verjaagd, want
diezelfde avond kwam daar ca. 1-jf m. water in huis, zodat ze na de
nacht (die ze op de bovenverdieping doorbrachten) maar dadelijk
's Maandags zijn vertrokken.
De landbouwers P. den Boer en P. de Ruijter, die op het' einde
van de Boerenweg wonen, brachten met wagens mensen uit de omgeving
in veiligheid. De fam. P.H. Fondse-Ruijtenburg (B-520) wilde niet
mee. De 53-jarige man, zijn 48-jarige vrouw en hun 24-jarige zoon
Abraham Jacob zijn later alle drie verdronken.
AIL, de Graaf van "Het Sasje" lag zelf in het ziekenhuis, maar
zijn gezin is 's Maandags gered door Peter den Heeten (schoonzoon
van J. Kloet), J. Holm (Meelstraat) e.a.
De bewoners van de ZOUTE GRACHTWEG, MIEREWEG, le WEGJE en KA-
DEWEG hebben voor het overgrote deel allen boven gezeten. De zoons
van T.K. de Jonge (Weststraat) en den Boer (Havenhoofd) zijn 's Zon
dagsmiddags vanaf de Weststraat met een jol daarheen gesjouwd, wat
een uur tijd kostte. Zij hebben toen A. Berrevoets uit de Miereweg
gehaald, de fam. B. Kloet en de vluchteling A. de Spirt (Hoofd
poortstraat) uit het le Wegje( zie ook blz.12).
De heer C. Kloet (Zevengetij straat) was met een auto van de
Kon» "Zeelandia" N.V. 's middags uitgereden, om te zien, wat hij
doen kon. Toen de jongens in de jol de fam. Schouls'van de Zoute
Grachtweg wilden halen, bleef het vaartuigje-in de afrastering
hangen. Kloet wilde hen met de auto te hulp komen, maar toen de
wagen van de Zuidwellebrug de Grachtweg wilde oprijden, is hij in
de Gracht terechtgekomen. Na een uur kon Kloet zelf pas worden gered.
's Maandagsmorgens werden er uit deze omgeving-ook nog ver
schillende mensen in veiligheid gebracht. Joh. Ochtman (Lang Nobel-
straat) en Jac. Sinke (Driekoningenlaan) hebben daar de fam. Lege-
mate en hun huisgenoot, de leraar gymnastiek G.A. v.d. Tholen wat
voedsel en rookgerei gebracht en hen later van de zolder gehaald,
waarna zij met bromfiets en fietsen naar de Lange Nobelstrnat wer
den gebracht. Dezelfde redders hebben ook nog mensen van de Kade-
weg en de Blokweg gehaald.
Tragisch is ook het verdrinken geweest van de- baby Gerard Hui
gen, geboren op 7 Januari 1953, dus nog' maar 3is" week oud, zoontje van
Willem Huigen en Johanna Kik, wonende noodwoning West Havenhoofd
C-638. De ouders hoorden de kleine om 3 uur huilen, waarna de moeder
hem hielp en een schone luier omdeed. Daar ze buiten water hoorden
ruisen, legde de moeder hem in de wieg en gingen beide ouders bui
ten kijken, ma-ar het water kwam zo snel opzetten, dat zij niet meer
in huis konden terugkomen. Met grote moeite konden zij de plm. 25 m.
verder gelegen boerderij "Levensstrijd", bewoond door de fam. den
Boer, bereiken. Natuurlijk zat deze familie op de bovenverdieping.
Aan een laken zijn Huigen en zijn vrouw naar boven getrokken. Toen
zij naar buiten keken, zagen zij hun 3 m, hoge noodwoning al hele
maal onder water staan. Toen het water wat gezakt was, hebben allen
"Levensstrijd" verlaten en zijn lopende over de Havendijk naar de
stad gekomen. Zij konden toen, zonder al te veel moeite, nog door
het later zo beruchte gat van de Havendijk heenkomen.1
Op Donderdag 5 Februari, kon het echtpaar Huigen pas weer' hun
woning bereiken. Vader Huigen bracht-het lijkje in éen koffertje naar
de Corneliastichting, vanwaar uit het Zaterdag 7 Februari is begraven.
Zo zijn in het vorenstaande de wederwaardigheden van verschil
lende bewoners onzer stad beschreven, .evenals de gebeurtenissen in
allerlei straten en wegen. Dat echter ook bewoners- van droog geble
ven straten in benauwdheid en moeilijke- omstandigheden konden gera-