44
werk gegaan, o.a. aan de centrale verwarming, die aï gauw gereed
was.' Al spoedig kwamen er mensen naar "Concordia" vluchten. In to
taal op die le Zondag plm. 80waarvan er verscheidene overnacht
hereon.
De huizen aan de overzij.de (Zuidzijde) van de Oude Haven hehhen
ook water binnen gehad, de een meer, de ander minder en de meesten
ook achter in de tuin.
De heer J. v.d. Gaast heeft alleen heneden wat water gehad. Hij
word gewekt door de sirene, die hij lang heeft horen hlazen. Zijn
zaon Jelle.was, evenals hij, direct het hed uit en vroegs'Welke
idioot laat de sirene zo lang gaan?" Toen zij door het raam keken,
zagen zij water vanaf het Havenpark komen. Ze zagen timmerman D.
Quant met zijn zoon en Teun v.d. Ouden met gereedschap voorhij ko
men, richting Kraanplein, om daar de vloedplanken te gaan versterken,
maar ze konden niet ver komen en moesten al gauw terug keren. Het
water stroomde met geweld het Visslop uit. De heer v.d.G. heeft een
poo.sje op zijn (hoog gelegen) stoep gestaan en hij de fam. A. Cor-
nelissen, die de achterzijde van het huis hewoont, geholpen. Plot
seling hoorde hij een geweldige knal, als van een ontploffende gra
naat en zag hij een stofwolk van puin vliegen hij de hoek van het
VrijpoortjeHet hleek, dat het poortje en "In de Witte Swaen" wa
ren ingestort. Er kwamen al gauw vluchtende mensen naar hen toe. Om
7 uur konden dhr. v.d. Gaast en Jelle het huis verlaten Zij gingen
toen de stad in. Op het stadhuis troffen zij niemand aan. Op het
politiebureau daarentegen was het geweldig druk. Toen zij binnen
kwamen zat adjudant-korpschef van Ast in zijn onderhroek zich hij
de kachel te warmen. In diens kamer was een Rode Kruispost gevestigd.
Zuster Goudswaard zeide, twee sterke kerels nodig te hehhen om zie
ke mensen te halen en naar de Corneliastichting te brengen. Zij
verklaarden zich hiertoe bereid. In een vuilnisauto werd mevr. J.de
Spirt-Leydekker (uit de Hoofdpoortstraat) van het Bolwerk, afgehaald,
die met haar zoontje hij de Havendijk was komen aanspoelen zie
blz.12)
Zij haalden mevr. v.d. Velde uit de Oude weg af met de Ford
Serviceauto van garage Anker, wat niet gemakkelijk ging, daar zij
door omgeploegd land heen moesten rijden. In de Blokweg zagen zij
de heer S. Ochtman Sr. heel op zijn gemak wandelen, deze had blijk
baar weinig of niets gehoord van wat er gebeurd was.
Vervolgens rustte' op hen de droevige taak, het- stoffelijk over
schot te halen van de weduwe van Dongen-Bil uit het Lange Groendal
(zie ook blz19)
De heer v.d. Gaast is later op de dag de verschillende gehouwen
waarin vluchtelingen zaten, rond gegaan om te zien,wat er gedaan
moest of kon worden. Om half 2 lag hij in bed. Jelle is naar het
stadhuis gegaan en heeft zijn chef, gemeentesecretaris E.H. Mulder
daar en ook in diens huis geholpen, (zie hls. 37 en 38)**
Ook het gemeente-raadslid, de heer M. de Moor werd gewekt door
de sirene en wist niet, wat er gaande was. Hij was per autobus van
Brouwershaven gekomen, waar het hard stormde, reden waarom hij naar
huis wilde. Eerst dacht hij, dat de sirene als een waarschuwing was
bedoeld voor mensen, die naar de haven en/of naar de vloedplanken
moesten komen, maar toen hoorde hij huiten zeggen;"Het water komt".
Hij giig gauw naar heneden, waar hij huiten zag, dat de muur op het
Kraanplein doorgebroken was en het water over de Oude Haven stroomde-,-
In de gang van zijn huis kwam het al gauw tot plm. 30 cm. hoog
te, hij de huren tot ongeveer 1 m.terwijl het aan de overkant
tegen-de ramen aanstond. In zijn huis is het niet verder geweest,
wel liep van de achterkant de kelder vol, maar dat water kon ge
makkelijk weglopen, 's Ochtends was die kelder dan ook al droog.
De eerste uren kon hij niet naar'huiten, zodat hij maar hoven bleef..
Vanaf de slaapkamer hoorden zij af en toe glas rinkelen en ook het
Vrijpoortje en het pand daarnaast instorten, waarna zij om hulp
hoorden roepen. Dhr. de Moor wilde er direct heen, maar zijn vrouw
hield hem tegen, omdat er zoveel stroom stond. Later hoorde hij roe
pen, dat de fam. v.d. Maas niets was overkomen, waarna hij hen door
het etalageraam tegen het puin óp zag' kruipen- en zo goed en kwaad
als dat ging, richting "Havenoord" zag gaan. Dhr. v.d. Maas zelf,
stapte de kelder van "Havenoord" in, maar kon er nog uitkomen, waar
na het gehele gezin in "Havenoord." verdween. Later zag hij het vlot