1 ZIERIKZEERAMPSTAD. FEBRUARI 1953. Evenals verscheidene -andere streken in het Zuidwesten en Wes ten van ons land, is ons eiland Schouwen-Duiveland in de nacht van 31 Januari op 1 Februari 1953 zwaar getroffen geworden door een watersnoodramp, die zich ook over gedeelten van België, Frankrijk en Engeland heeft uitgestrekt. De stormvloed, die zijns gelijke in onze geschiedenis vermoedelijk niet kent, veroorzaakte dijk doorbraken, vooral op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden en Westelijk en Noordwestelijk Noord Brabant. Verder liepen Rotterdam en omgeving, het gebied van de Nieuwe Maas, de Noordzeekust, voor al bij Zandvoort en Noordelijker, zomede het eiland Texel zware schade op. Als oorzaak wordt opgegeven, dat een zeer uitgebreid störmgebied uitzonderlijk lang boven de Noordzee aanwezig was en de windrichting voor ons land uitermate ongunstig was. Zaterdag nacht bereikte de Noordwester boven het gehele Noordzeegebied or kaankracht, waardoor het water met een snelheid -als maar zelden voorkomt, naar het Zuiden werd gestuwd in de vernauwing tussen d*e Engelse en de Nederlandse kust. Daar dwong de storm het water een uitweg .te kiezen, naar de zeearmen tussen de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden. Het aanhouden van de storm heeft er tenslotte toe geleid dat vele dijken door het voortdurend beuken van de golven bij zeer hoge waterstand (l Februari, springtiji) op tal van plaatsen zijn bezweken. Woei er Zaterdagmorgen 31 Januari een harde wind, in de loop van de dag nam deze steeds toe en 's Zaterdagsavonds- om zes uur gaf het K.N.M.I. te de Bilt een waarschuwing uit voor gevaar lijk hoog water bij de vloed van Zondagmorgen. Later in de avond meldden tal van stations in Nederland windstoten van 120 - 140 km. per uur een winddruk van meer dan 100 kilogram per vierkante meter). De gehele nacht heeft de orkaan onverminderd over ons land geraasd5 in. het Zuidwesten tot in de loop van Zondagmiddag. Te gen de avond werd de wind ook daar minder en ging hij ook daar draaien naar Noord.tot Noordoost, waardoor de opstuwing van het water verminderde. Zoals gemeld, werd ook Schouwen-Duiveland zwaar getroffen, want door een zevental dijkgaten stroomde het water, opgestuwd door de N.-N.W.storm, die ook hier af en toe orkaankracht had, het eiland binnen, overal grote verwoestingen aanrichtend- aan land en gebouwen en 17 van de 18 gemeenten geheel of gedeeltelijk onder water zet tend. Het hoog gelegen Zonnemaire kan als enige gemeente worden ge noemd, welke practisch geen schade opliep. Het kon niet anders, of vele mensen en dieren moesten aan het water ten offer zijn gevallen. De cijfers zijns 534 personen om het leven gekomen, plm. 450 paarden, plm. 4500 koeien, een kleine 2000 varkens, plm. 20.000 kippen en 800 a 900 schapen verdronken. Ook Zierikzee betaalde in ruime mate haar-tol aan deze ramp. Hier verloren 25.inwoners, meest bejaarde mensen, het leven, zij het niet alle, op Zierikzees grondgebied. Er werden-32 huizen verwoest, 343 zwaar- en 850 licht beschadigd, zodat de eerste dagen na de ramp slechts ongeveer 500 huizen bewoonbaar waren. Vele inwoners, vooral ook van buiten de wallen, verloren al hun bezittingen of een gedeelte daarvan. De landbouwers verloren van zelfsprekend ook veel vee en landbouwproducten. Velen hebben uren in doodsnood en doodsangst gezeten op boven verdiepingen, portalen of zolders, maar ook in de open lucht op da ken, schuurtjes, hokken, enz.enz. Voor hen was het een nacht van ware verschrikking met storm, af en toe buien en het tot ca. 5 uur in de morgen, maar steeds stijgende water. Daarbij bestond nog het gevaar dat het huis, waarin of waarop zij zaten, zou instorten. Vooral moeders.met jonge kinderen en ouden van dagen, van wie ver scheidene alleen wonenden, hebben het kwaad gehad. Velen moesten dan ook in het donker, bij nacht en ontij, naar "veiliger oorden" worden overgebracht, wat vaak grote moeite kostte.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 2