24
Op de kleine steentjes stond toen al water, dat uit de riolen opkwam.
Hij ging terug naar huis huis en heeft nog wat met buren gesproken.
Plotseling zagen zij het Water met grote vaart.bij het huis van kap
per Uijl aankomen. Q. heeft zijn buurman, de oude J.A. Matthijsse
nog geroepen, die voor 't raam kwam kijken en later in de deur ging
staan. Q. ging toen naar binnen en heeft nog wat naar boven gebracht.
Hij zag toen, dat Matthijsse nog bij zijn overbuurman Stouten op de
stoep had gestaan. Mattijsse's vrouw was op bed gebleven. Q. vroeg
M. nog naar hen toe te komen, maar de oude baas wilde dat niet. Ook
zijn kleindochter en overbuurman C. van Westen hebben M. nog gewaar
schuwd voor het water, maar hij ging naar binnen. Toen Q. enige mi
nuten later met zijn spullen bezig was, ging het licht uit en kwam
het water het huis binnen. Hij ging met zijn vrouw naar de overbuur
man C. van Westen, die nog aardig-wat had kunnen 'redden. Daar hebben
ze met een heel clubje mensen boven gezeten. De broer van v. Westen
was geheel overstuur. Na een 'kwartiertje hoorden z'e Matthijsse luid
schreeuwen, wat een akelig gehoor was. De oude man stond in de deur
en was bijna gek van angst. Quist riep hem naar boven te gaan, maar
M. had geen trap in huis, alleen een losse ladder aan de achterkant
buiten het huis, die waarschijnlijk is weggespoeld. Van Westen en
anderen riepen hem ook, maar er was geen redden meer aan. s Zon
dagsmorgens lag Matthijsse dood op straat in de goot' voor zijn huis
je, terwijl zijn vrouw in huis was verdronken. Met de auto van
Dingeman bij de Vaate zijn de lijken weggebracht. De politiemannen
Klinke en Paret hebben hen gevonden. Als ze op bed waren gebleven
zou hen niets overkomen zijn, want volgens Paret voelde het bed
s morgens nog droeg aan.
Ook zijn in deze straat de 58-jarige Meindert v, Beveren en
zijn 59-ja-rige vrouw Jacoba v. Nieuwenhuize- om het leven gekomen.
Van Beveren die niet kon lopen door een rheumatiekziekte werd voor
over in de tuin gevonden, zijn vrouw, die hem niet in de steek had
willen laten, ook achter het huis. Vermoedelijk heeft niemand in de
buurt er aan gedacht, dat zij in gevaar verkeerden. -Van Beverens
broer, die naast hem woonde, heeft de gehele nacht in zijn hemd op
een portaaltje gezeten. Hij werd naar de Corneliastichting gebracht
na 's morgens gered te zijn.
Bij Stouten kon de familie niet uit de vo rkamer komen, dus
trapten ze een deur in. De vrouw des huizes viel in het water flauw
en moest naar boven worden gedragen. De dochter Lenie brak een -
vinger.
Quist heeft met zijn familie en buren tot s-Zondagsmorgens
kwart voor 8 bij C. v.'Westen boven gezeten. Toen konden ze, door
het water stappend hun huis'aan de overkant weer binnen-gaan, waar
een chaos heerste en waarin 1.88'm. water heeft gestaan. Om plm, 9
uur ging hij met knielaarzen aan naar zijn ouders, ca, 60 m. verder
aan de overkant, waar 15 mensen boven zaten. Deze werden eruit gedra
gen en naar de Poststraat getransporteerd.'Quist kreeg 's middags
nog telefonisch contact met het hoofd der Chr.School te Moriaans-
hoofd, waar velen (o.a. zijn schoonouders) op zolder zaten.
In de Bagijne'straat heeft niemand op het dak gezeten, wel ve
len op zolder. De meesten konden zelf uit hun huizen komen, sommigen
moesten gedragen worden. -Johnny Schaap van de Fonteijne droeg de
bejaarde weduwe de Eonde-v.d. Weijde door 't water heen uit haar
huisje naar zijn zwager Holm in de Meelstraat. Een kraamvrouw werd
-op een brancard van het Rode Kruis vervoerd. Kleermaker P. Bakker
heeft water op zijn zolder gehad. Met z'n zoon is hij, tot zijn mid
del door 't water wadend, naar de-Poststraat gegaan.
Op de hoek van de Schuttershofstraat was het huis van Jan van
Burg grotendeels ingestort. Van Burg en zijn gezin waren bij zijn
moeder aan de overkant.
Bij de Wed, v.d. -Berge-de Vos heeft het water op de zolder ge
staan.
De metselaar-brandweerman Joh. Holm heeft op de Breestraat ook
veel water gehad. Zijn vrouw, die de zaak niet vertrouwde, was om
plm. half 2 opgestaan en had zich aangekleed. Ze wilde naar de Nieuwe
Haven, maar kon niet verder komen dan de Krepelstraat. Ze heeft haar
man en z-onen gewaarschuwd. Holm zelf meende, dat hét wel los zou lo
pen. Zijn zoon Karei -kon nog in 'het aardappo 1 pakhuis van zijn a.s.
schoonvader aan 't Karsteil komen, waarbij hij soms tot zijn borst
in 't water liep. Op de terugweg geraakte hij via een lantaarnpaal