17
In de eerste der "kleine zijstraten" van de Nieuwe Haven,
DE VENKELSTRAAT, hebben de bewoners ook veel water in huis gehad.
Omstreeks 12 uur Zaterdagavond riep de vloedplanken-voorman Boot de
mannen ook uit deze straat op om planken te gaan zetten op de hoek
van de Venkelstraat en de Nieuwe Boogertstraats deze konden op tijd
worden gezet. De planken boven aan de Venkelstraat hebben zich over
't algemeen goed gehouden, alleen de middelste bleek later wegge
slagen te zijn. Omstreeks half 2 kwam het water onder de planken
door, de straat al invloeien, maar toen stroomde het nog door de
riolen we'g. Na het loeien van de sirene is nog getracht de planken
te versterken, maar dat ging niet meer. Het water kwam toen al snel
in de straat opzetten, vooral uit de Nieuwe Boogerdstraat kwam er
veeli Toen de sirene ging zaten de meeste Venkelstraatbewoners dan
ook al op zolders, vlieringen of daken, of ze waren ergens anders
heen gevlucht. De lage gangen en benedenkamers in de meeste, over
het algemeen kleine huizen, stonden weldra vol water, dat vervol
gens steeg naar de 2e verdiepingen en dat zelfs op sommige zolders
1 m. of meer hoog kwam te staan.
Bij de familie de Bruine lagen de 6 kinderen nog op bed. Ze
werden er gauw uitgehaald en allen naar het keukendak gebracht,
wat echter te laag bleek, terwijl het ook ging verzakken. Toen naar
het dak van het pakhuis van de firma J. v.d. Valk, wat echter ook
niet veilig"bleek. De kinderen werden toen overgenomen door H. Al-
burg en door deze, via de zolder van. zijn huis overgegooid naar
zijn buurman Jac. Lukus, die bij zijn schoonvader v.d. Wielen in
woont, Juist toen de de Bruines uit hun huis waren, stortte dit in.
Ook de fam. Alburg (man, vrouw en 3.kinderen) moest zijn woning
verlaten. Allen kwamen tenslotte ook bij Lukus terecht. Vooral het
overbrengen der vrouwen was een heel karwei en zo zaten ze met 19
volwassenen en kinderen op een plat dak in de open lucht. In de
straat en achter de huizen zagen ze talrijke vaten drijven, waar
van sommige tegen of in de huizen sloegen. Allen hebben daar tot
's Zondagsmorgens plm. half 8 gezeten en konden toen steenkoud en
doornat naar beneden komen, de kinderen de Bruine allemaal in hun
nachtgoed. Om 9 uur kwam er een roeibootje in de straat, waarin
Abram Stoutjesdijk uit de Hoofdpoortstraat en W. Kouijzer van de
Nieuwe Haven zaten. Later hielpen daaraan ook Wim Vervest, Johan
de Wit en Joh. Willemsen mee. De redders zetten een ladder tegen
de gevels en konden zo verschillende mensen uit de huizen halen.
Ook werden verschillende konijnen in veiligheid gebracht. De gered
den werden naar de Nie'uwe Haven gebracht, vanwaar ze per auto
verder werden vervoerd.
Wouter van As stond boven in z'n huisje ook al in 't water en
moest door het dak worden heengetrokken.
Ook bij Jan Polmer was een gat in het dak gemaakt, daar was de
fam. Vis-Hoekman heen komen vluchten, omdat hun dak gedeeltelijk
was ingestort en daar water op kwam te staan. De famileis Polmer,
Vis en Wed. Feijen zaten op Polmers dak. De oude, zieke hulpbe
hoevende vrouw Polmer was daar met moeite opgesleept. Zij werd door
W. Vervest op de schouders genomen en via een ladder in het bootje
gezet en later naar het ziekenhuis vervoerd.
In het pakhuis van de firma v.d'. Valk was men in de voornacht
nog aan 't werk geweest om voorraden naar boven te brengen, doch
toen men daar een kwartier bezig was, moesten de mensen door t wa
ter heen een goed heenkomen zoeken.
De familie A.J.C. Wisse-v.d. Westen heeft bij de wed. Tromper
op het dak gezeten, waar deze zelf met haar zoon ook zat. Ze kon
den niet in de goot komen, maar als door een hemelse besturing
kwam er een laddertje aandrijven, dat ze konden grijpen en tegen
het dak zetten, zodat ze de goot konden bereiken. Daar hebben ze
enige moeilijke uren doorgebracht. Dhr. Wisse dacht dat de wereld
verging. Toen het water wat gezakt was, ging hij over de daken
heen met een zaklantaarn in zijn hahd naar beneden om in z'n huis
te kijken.
De fam. Willemse-Alburg, van wie de vader niet thuis was
(daar hij op onderzoek uitgegaan zijnde niet meer thuis kon komen)
zat met de oude vader W. Willemse (82 j) op de vliering, daar ook
bij hen het water tot op de zolder kwam. Zij hadden een ledikantje
boven aan de trap gezet. Ze hoorden in de straat een geweldig leven