167
19-
38. R.GERRITSEN, WETHOUDER, Lange Blokweg A 528b.
•Zie blz. 7 en alle bladzijden, waar B.en W.' genoemd worden, ook blz.
39.K.J.v.d.GOOTCAFÉHOUDER, hoek Kraanplein-Korte Groendal D 468.
Deze had de eerste dagen veel gasten, o.a. Denen, Duitsers, Engel
sen, Amerikanen. Ook mensen vanuit de stad kwamen bij hem- de maal
tijd gebruiken, o.a. groenteboer Willemse uit de Venkelstraat mét
zoon en knecht. De eerste dagen ondervond hij veel moeilijkheden
op verschillend gebied, Hij heeft veel transportwerkzaamheden ver
richt, o„a„\ gedroppede pakken naar het stadhuis vervoerd.
Hij had zich ook gemeld voor de.Schouwse Dijk en voor 25.0 man heeft
hij schóppen daarheen gebracht, evenals het eten voor. 100 man.
Zie blz. 46.
40. Zr.E.GOUDSWAARD, KRAAMVERPLEEGSTER, Balie B 488.
Zie blz. 10 104? 10'8109 en 110.
41. G.J. de GRAAG, HOTELHOUDER, "Concordia", Appelmarkt B- 2.
Zie blz.43 en 44-
42. A.GROENENDIJK, GEMEENTERAADSLID, Grachtweg A 508b.
Zie blz. 33 en 78.
43Familie M.GROENLEER, ACCOUNTANTSRijksstraatweg D 5548.
Het accountantskantoor op de Schuithaven (A 4) heeft water gehad
door de roosters, vanuit de Mol en de Hoge Molenstraat., Op de hoek
voor het huis kolkte het water erg, De dochter Mien heeft bij het
Rode Kruis geholpen in de Chr.U.L.O., De drie gezusters hebben als
telefonisten op het stadhuis en op het Postkantoor gewerkt.
Zie blz. 53.
44. J.ten HAAF, Sas A 483.
Zie blz51 en 107.
45» F. Je HAAN, KAPELAAN, Mosselstraat A 357»
Zie blz. 41?63 en 111.
46. F.C.HANSE, PLAATSELIJK BUREAUHOUDER P.V.C,Nieuwe Haven D 201.
Zaterdagsnamiddags was het al hoog water, tegen half zes stond het
op de Nieuwe Haven al voorbij de boompjes, 's Avonds gingen de heer
en mevrouw H. op visite en 's nachts'om half twee kwam er voor hen
een telefoontje, daar zijn moeder met de kinderen alleen thuis was
en het water op de stoep stond. De heer H.geloofde dit niet, maar
toch gingen ze huiswaarts. Het berichtje per telefoon was niet over
dreven, want nadat zij over de vloedplanken geklommen waren, moes
ten ze door het water op hun stoep waden.
De buren hadden voor de deur de vloedplank gezet, maar de heer H.
heeft nog eens alles nagekeken en waar nodig, aangesmeerd. Het wa
ter kwam snel opzetten en sloeg over het plankje heen, Hoewel
de voordeur met een grendel gesloten was, perste het water er door
heen. Hij heeft toen een gat in de vloer geslagen, wat succes
had. Beneden had hij de deuren opengezet en het water verdween
in het riool.
Aan de voorkant kwam het water tegen de ramen en daar hij de
toestand gevaarlijk achtte, zond hij alle huisgenoten naar boven.
Niet lang daarna ging hij óok naar de bovenverdieping, al ging
hij af on toe beneden de stand eens opnemen. Buiten stond het wa
ter hoog en ze zagen er van alles in drijven. In huis kwam het
op de treden van de trap te staan. Het was nu maar afwachten,
wat er gebeuren zou. Om 5 uur was het water in de haven wel op
zijn hoogst. Het stond juist tot aan de kopjes van de meerpalen.
Daar de wind gunstig was, bleven de schepen in de haven op hun
plaats liggen. Toen het water wat gezakt was, keek de heer H» de
polder in en zag gaten in de dijken, ook in de Havendijken. Om
acht uur was het water weg van de haven en liep het ook bij hem uit
de kelder, 's Avonds is het gez'in H. bij de heer L. Canters in de
Poststraat gaan overnachten.