153 Een bankbediendedie niet zo heel veel was kwijtgeraakt, zulks in tegenstelling met vele anderen, was vol lof over de kledinguitdeling, en vormde als zodanig een uitzonderingsgeval. Zijn echtgenote kroeg onder meer een flinke baby-uitzet. Hij had gehoord, dat verschillen de commissieleden zichzelf nogal eens bevoordeeld hadden, maar kon dit goed begrijpen, daar zij er veel tijd en moeite voor ovor had don. Als hij in hun geval had verkeerd, zou hij misschien hetzelfde hebben gedaan. Ook de critiek op de evacuatie vond hij niet geheel gegrond. Niettemin vond hij het vreemd,.dat grote zakenmensen wog moesten en jongste bedienden mochten, blijven, Een vreemde commissie van voorbereiding en uitvoering ervan, ware misschien beter ge weest. In de eerste dagen heeft hij met een schop op de rug door de stad gelopen, om eventueel graafwerk te verrichten, maar er bleken werkwilligen genoeg te zijn. Volgens hem was 'de leiding in de "eerste dagen totaal zoek. Een beroepscriticus had vanzelfsprekend heel wat, waarop-hij de pijlen zijner critiek meende te moeten richten. Verhoudingsge-: wijs is er z.i. te veel gewerkt aan bekistingen, waardoor veel ener gie werd verspild. Volgens hem, was de sluiting van het gat in de Westhavendijk de eerste dagen niet mogelijk geweest, maar tooh hadden meer pogingen daartoe in het werk gesteld moeten worden. Voorts hadden z.i. de mensen, die aan de rand van de stad woon den en-na de rampnacht nog droog zaten, tijdig gealarmeerd moe ten worden. Vol lof was onze criticus over de vloedplankmannen, die buitengewoon paraat en actief zijn geweest. Verscheidene hunjier moesten hard lopen, om zich in veiligheid te kunnen stellen. Sommi gen hebben zeker in levensgevaar verkeerd. Daar zij tot het laat ste toe bij de planken zijn gebleven, konden zij thuis niet vec-l meer redden. De geleide évacuatie is z.i. totaal mislukt. Dezo had alleen kunnen slagen, als zij "met ijzeren hand" was doorgevoerd. Het loten tussen de middenstanders had, volgens hem, uitsluitend moeten geschieden onder hen, die in het droge centrum van de stad woonden. Ook zijn er te veel uitzonderingen gemaakt, die beslist kwaad bloed hebben gezet. Juiste leiding ontbrak op vele punten, ook bij de evacuatie. Op het gebied van de kledinguitdeling vond hij veel aan te„ merken. Af en toe was het een dolle boel. Zo nu en dan kwam er tamelijk voel nieuw goed binnen, naar hij vernomen had, maar waar dat geble ven is, is een open vraag. De dames van de comité's hebben met vele moeilijkheden te kampen gehad. Er bestond ook een kleine controverse .tussen de leiding en ■enige dames van de U.V.V.. "Criticus" he^-ft echter ook mensen ge sproken, die niet ontevreden waren over de uitdeling. Van de lei ders in de Gemeente ging z.i. te weinig kracht uit. Bijna zou hij durven spreken van een "gezagscrisis", veroorzaakt door te weinig vertrouwen in de leiders. Misschien speelde de gemiddelde leeftijd dor bestuurders een rol. De enige leiders, die er waren, kwamen van elders (militairen, Marinemannen e.d,). Daar verschillende bakkers nog konden bakken, was er soms teveel brood in de stad. Hiervan is helaas, veel verloren gegaan. De aankoop van de bruine bonen was z.i. geen opzet, doch een symptoom van onbekwaamheid. Een fout achtte hij ook, het doen kappen van de bomen rondom het Havenplein, gezien het weinige groen, dat er in de stad was. Zo ook keurde hij af, het toelaten van publiek bij de droppings, aan gezien dat gevaarlijk was. "Met.het opknappen der straten is de ge meente te laat begonnen en de publieke voorlichting liet veel te wensen over", aldus eindigde- criticus. Een dameskapper vond, dat het gemeentebestuur de eerste dagen niet voor zijn taak berekend was. Het ware z.i. beter geweest, als het toen de leiding enige dagen uit handen had gégevenj Hij achtte het verder een tekortkoming, dat de mensen in de vluch- telingencentra de eerste dagen geen warme maaltijd kregen. Vele rodders zijn hem tegengevallen. Zij kwamen vaak om goederen voor zichzelf, die zij beslist wel gehad zullen hebben.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 154