12
De huizen kregen behalve van de voorzijde ook van de achterzijde veol
water. Om 8 uur was het water van de Nieuwe Haven weg. Er was 1
slachtoffer gevallen, n.l. de 64 jarige weduwe Lena v.d. Boogert-de
Graaf, die alleen op no. C 203 woonde. Ze had 's avonds haar stoepje
nog aangeveegd en had nog met de buren en anderen staan praten. Mw.
Kardol-v.d. Schelde (Korte Nobelstraat) had nog tegen haar gezegds
"Laat de vuiltjes maar liggen, morgen zul je'nog wel meer vuil vin
den", Buurman W.J. Kouijzer heeft haar nog geholpen'met vloedplanken
zetten en haar naar boven gestuurd. Vermoedelijk is ze beneden nog
matjes wezen opnemen of iets (petroleumlampje) wezen halen en toen
door 't water verrast. s Zondagsmorgens werd zij door agent S.C.
Busé en dokter Vogelaar gevonden in de kelder. Ze zat in een klein
gat en was gebukt door de druk van het water naar binnen geschoten.
De politiemannen hebben de deur afgesloten en de sleutel aan
Corn, Berrevoets (assistent-gemeenteontvanger) gegeven. Haar lijk is
later opgehaald en weggevoerd.
De verwoestingen op de Nieuwe Haven waren ook vrij aanzienlijk.
Enkele huizen waren geheel of gedeeltelijk ingestort, andere bene
den onderspoeld of beschadigd. In en achter veel huizen was ook veel
schade. Zoals gemeld was de muur aan 't Karsteil door het water om
vergeworpen.
In de HOOFDPOORT STRAAT kwam omstreeks 2 uur het water al over
de vloedplanken. Verhoging der planken was ook hier niet meer moge
lijk. In de rechteronderplank werd in 't midden een 'gat geperst. Het
water ging daar ook zeer snel. Bewoners, die bij de vloedplanken nog
eens een kijkje namen, moesten rennen om het water voor te blijven.
Zoals gezegd leek het in deze straat of een staaf ijs met snelheid
van 40 km. per eengrommend geluid als een onweer de Wandeling in
schoof. Behalve de voorgevel van Hotel Smalheer moesten vele'andere
voorgevels aan die kant het ontgelden. Het water kwam vooral in het
lage gedeelte van de straat' 'h'oog te staan en de golven sloegen hoog
op, zodat in alle huizen water kwam te staan. De bewoners vluchtten
dan ook naar zolders en 'daken. In de straat stond het water nog veel
hoger dan in de huizen. Aan het einde in het laagste gedeelte van de
straat stonden de huizen te schudden. Enige stortten in, wat aan de
72-jarige Jan Johannes Ringelberg op C 633 het leven heeft gekost.
Ook het huis van de familie A. de Spirt-Leijdekker stortte in. Als
door een wonder bleven vrouw, man en het 2-jarig zoontje gespaard.
Vrouw en kind spoelden op een matras weg door de Zoute Gracht naar
de Havendijk, waar ze aanspoelden. Laar werden ze gevonden en door
Joh. Krakeel (Bolwerk) naar het Bolwerk gebracht, waar enige dames
uit de Hoofdp'öortstraat hen hielpen. Het jongetje had een diepe sne
de in het hoofd. De vrouw, die 7 maanden in verwachting was, had
snijwonden aan gezicht en benen. Later bleek, dat het kindje een her
senschudding had opgelopen. Beiden zijn later naar de Corneliastich-
ting vervoerd en daarna geëvacueerd. De Spirt zelf is in de richting
van het le Weegje gezwommen en in de hooischuur van de landbouwer B,
Kloet terecht gekomen, waar hij stemmen hoorde.
's Middags werd hij daar gevonden door de zonen van T.K. de
Jonge uit de Weststraat', die met een modder jol waren uitgevare.n. Zij
waren op weg naar de familie' Kloet en wisten evenmin als de Kloeten
van de aanwezigheid van de Spirt af. Deze hoorde leven en praten en
gaf doo>r schreeuwen zijn aanwezigheid te kennen. Hij kon nog juist
worden meegenomen en naar de Havendijk worden gebracht, beter gezegd
gedreven, want het was slecht weer en het gebrekkige vaartuigje had
een buitengewoon moeilijke reis.
Ongeveer 2 maanden na de evacuatie werd bij de fam. d"e Spirt het
2e kindje, geboren, een flinke gezonde baby.
Benauwde ogenblikken maakte ook Joh. Duson in deze straat door.
Deze heeft boven aan de Hoofd-poortstraat gestaan, toen het water te
gen de vloedplanken stond. Toen hij zag, 'dat de planken gingen door
lekken, is hij in de richting van zijn huis'gegaan. Hij heeft zijn
overbuurvrouw nog geholpen, planken voor diens huis te spijkeren,
maar moest toen hard rennen, om weer zijn"huis goed en wel te berei
ken, Het water stond bij hem ook gauw tegen het raam van de voorka
mer en kwam niet lang daarna aan de achterzijde binnen. Duson stond
bij de brandende kachel, toen de voordeur openbrak en een enorme hoe
veelheid water het huis insloeg. Hij werd tegen de muur geslingerd,
trapte de keukendeur open, werd de tuin ingeslingerd, waar hij tussen