128
's Avonds is Simon Schot met een IPiffi mee teruggekomen. Toen was in
en om Nieuwerkerk het reddingswerk ook practised voltooid.
De volgende dagen heeft hij nog veel vee helpen redda> Hierbij
haalde hij een nat pak, toen hij met twee geredde paarden over een
ondergelopen weg liep en plotseling in een weegbrug viel. Hij moest
zich zwemmende in veiligheid stellen.
Vrijdags heeft hij, samen met Cor Zoeter (de machinist van het ge
maal te'Viane) de sluis aldaar helpen dichten. Later kreeg Schot
het verzoek van een zekere Meulemëester uit Middelburg, om van de
Rampaertse' dijlc 11 paarden en 3 koeien te halen. Deze dieren heeft
hij over twee', dijkgaten heen wet en te krijgen en toen in landings-
boten geladen. Tenslotte heeft hij van het laatste stukje dijk bij
Schelphoek vier koeien en een paard gehaald.
Mosselsohipper B.W. Schot-v, d.Wekken (Nieuwe Haven) kwam na Tg- uur
geslapen' te hebben, 's Zaterdagsnachts omstreeks ëén uur uit bed. Men
had hem gewaarschuwd, dat het water tegen de stoep stond. Evenals
vele anderen op de Nieuwe Haven, heeft hij tegen zijn voordeur en
ramen vloodplanken gezet^, Ook hebben zijn huisgenoten de voorkamer
zoveel mogelijk leeggehaald. Spoedig echter kwam er van de achter
zijde ,van het huis meer water dan van de voorzijde. Hij ging met
zijn zoons droogvoets de tuin in, om hun 15 kippen te redden, maar
toen zij.er met tien terugkeerden, liepen zij tot hun.middel in het
watc.r,
Het benedenhuis liep al gauw, vol, doordat er water door de ramen
aan de achterzijde kwam. Op de gelijkvloerse verdieping (het be
treft hier een woning, waaronder zich een soort sous-terrain be
vindt) heeft nog één meter hoog het water gestaan.
Achter het huis was het een geweldig lawaai en hoorden zij veel
ge,schreeuw van de in nood verkerende mensen. Het water is achter
het huis, waar van alles ronddreef, vrij lang blijven staan. Om
half zeven !s morgens hebben zij het water uit de voorkamer verwij
derd' en konden zij gaan modder scheppen. Schot zelf is toen naar het
Karsteil gegaan en stelde een onderzoek in naar het "kreeftenbootje".
Dit bootje, bleek onder water te staan. Schot begon direct met het
schoonmaken er van. Om 12 uur 's middags had hij het zover, dat het
in 't water lag, maar helaas bleek het motortje van het water gele
den te hebben. Al hebben zij nog een tijdlang er aan gewerkthet
was voorlopig zonder resultaat.
's Middags is Schot met de directieboot van de aannemer L.v,d.Heuvel
mee naar de hoek van Ouworkerk geweest (zie blz.52).
Na zijn, terugkeer heeft S. nog tot half 12 getracht, het motortje
van de kreeftenboot op gang te krijgen. Na een'korte nachtrust
begon hij 's Maandagsmorgens om half vier weer aan dit karwei, dit
maal met het gevolg, dat om acht uur 's morgens het motortje draai
de, waarna hij ermee naar Flaauwers voer.
Daar waren'veel vluchtelingen aan de dijk, die echter door andere
(grotere) vaartuigen werden opgenomen en vervoerd.
Het kreeftenbootje voer door naar de Schelphoek. Zij konden ech
ter niet door het gat varen, omdat daar Tv m.verval was. Toen gingen
zij naar de dijk,, hij de woning van de heer Oosse,. waar een sloep
van de Prov.boot met behulp, van een lier over de dijk werd gezet.
Daar er veel wind stond, ging de sloep maar slecht voort. De kreef
tenboot werd daarom over de dijk gezet en nadat de sloep er aan
vastgemaakt was en de motor aangezet, voeren beide vaartuigjes de
polder in. Vrachtrijder S.Hart uit Renesse was ook aan boord. Deze
drong er op aan, dat zijn ouders, die in een huis vlak voor het
grote gat zaten, gered zouden worden,maar dit bleek toen nog niet
mogelijk. Toen het 's avonds vloed was, ging het wel en zijn Hart
Sr. evenals zijn vrouw, gered.
Tijdens de laatste reis hebben zij nog mensen van" een stuk dijk
gehaald, n.l. een echtpaar uit Delft (hij was draglinemachinist).
Hun twee kinderen waren van de doorgestane ellende en de geleden
koude gestorven.