104
De bemanningen, dié vaak dagen en nachten in actie waren, komt ook
zeker een woord van lof toe.
Het vervoer met d'e kleinere schepen was vanzelfsprekend niet zo com
fortabel, doch ook de schippers van die boten deden hun best, het
hun passagiers zo gemakkelijk mogelijk te maken.
De ontvangst in de opvangcentra, zoals Dordrecht, Rotterdam, Bergen
op Zoom e.a. was buitengewoon hartelijk en goed, terwijl ook aan de
evacuatieadressen de mensen meestal vriendelijk ontvangen werden.
Niettemin verlangde hot overgrootst.e deel, spoedig weer terug te
- keren naar het "eigen dierbare plekje grond".
Sommigen mocht dit na niet te lange tijd gelukken, anderen moesten
een jaar of nog langer wachten.
Verschillenden echter, (meestal niet-Zierikzeeënaars) keerden niet
terug 'naar de oevers van de Schelde, gedeeltelijk uit vrees voor
het water, gedeeltelijk, omdat zij elders een betere positie hadden
kunnen krijgen.
Met deze, (uiteraard lang niet volledige) mededelingen- over de eva-
ouatie, is een belangrijk stuk geschiedenis uit de eerste dagen na
de ramp vastgelegd.
Hierbij aansluitend mogen zeker de werkzaamheden van het RODE
KRUIS niet onvermeld blijven.
Commandant C.M. van Hoorn en diverse leden en helpers(sters) van de
colonne Zierikzee, hebben in een uitvoerig rapport hun werkzaamhe
den, belevenissen en indrukken vastgelegd., zodat wij daarnaar willen
verwijzen.
Ook is al een en ander over de Rode Kruispost in het politiebureau
verteld, zomede over het werk in de Chr. Uloschool en de verleende
hulp door Zierikzeese colonnisten.
Aanvullend volgen echter nog enige mededelingen over het Rode Kruis
werk in het algemeen.
De Rode Kruishulp openbaarde zich op velerlei wijze.
Reods op Dinsdag 3 Februari arriveerde te Zijpe het m.s."Atalanta"
uit Ouderkerk a/d IJssel (schipper was Joh. Speksnijder), met aan
boord kolonel van Waning. Op de "Atalanta" bevonden zich bovendien
drio medische ploegen, nl. Luitenant ter Zee arts 3e klasse Visser
mot tweo ziekenverplegers, chirurg Vervat uit Rotterdam met zes
semi-artsen, Dr. van Es uit Rotterdam met twee verpleegsters en enige
verplegers,totaal 25 personen.
Aan boord waren onder meer 1500 broden, 50 dekens, 25 stormlampen en
enige zaklantaarns, medegegeven doo.r het Rode Kruis to Rotterdam.
Op Woensdag 4 Februari kwamen verder in Zijpe, Bruinisse en Zierik
zee talrijke schepen met Rode Kruisvoorraden aan, hoofdzakelijk be
staande uit onuitgezochte kleding en heddegoed.
Do stroom van deze soort gooderen bleef enige dagen aanhouden en
ging al gauw een probleem vormen, zulks te meer, omdat het merendeel
van de aangevoerde kleding onbruikbaar was voor de nog aanwezige
burgers. Ook het onderbrengen, sorteren en uitdelen van deze goederen
leverde verschillende moeilijkheden op.
Op het laatste komen we nog nader terug.
Liever willen we nog het een en ander vertellen over het werk in het
noodziekenhuis in de Chr. Uloschool.
Dit gebouw werd Donderdags als zodanig ingericht, terwijl daar ook
de Centrale Rode Kruispost, een cantine en een polykliniek werden ge
vestigd, De school was dan ook ongeveer helemaal in gebruik.
Er kwamen daar ook verschillende zendingen aan.
Het lid van het Rode Kruis, de heer L.J. Korstanje (leraar gymnastiek
aan het Zierikzeës Lyceum)was zeer actief en bleek een goed orga- -
nisatietal'ent te bezitten. Hij deed van allerlei werk, o.a, portiers
diensten, telefoon bedienen, inlichtingen verschaffen enz.
In de school werden geschonken dekens, kleding en voedingsmiddelen
uitgedeeld aan verkleumde, natte,en hongerige mensen. Zo is het in
het gebouw enige weken geweldig druk geweest.
Later werd de schooi gebruikt als noodhotel voor mensen uit de bui
tengemeenten, die eens naar hun huis kwamen kijken, voor vreemde ar
beiders, etc. Deze sliepen op materiaal van het rampendepot.
Het langst zijn daar werkzaam geweest de dames Zr. E. Goudswaard, An
nie Legemaate Johc,. Jo-z. Muller en de heren L.J. Korstanje, A.A. Ber-
revoets en Jac. Simmers.