2
strook grond van plm. Jr.km in de. buurt van de Oude Haven en de Dam, daar
de mogelijkheid, dat het water uit de polders zo hoog zou worden opge
stuwd, .niet uitgesloten, was te achten.
Ook de hygiënische toestand in de gemeente werd niet onverdeeld gunstig
geacht, o.a.- door de gesteldheid van de riolering, die op vele plaatsen
gebroken.was en op "Schouwen" nipt meer. kon lozen.
Een hygiënist van de Geneeskundige Dienst van het Leger, die .een inspectie
tocht over het eiland hield en in de vergadering aanwezig was, achtte de
hygiënische toestand zelfs voor legering van troepen zeer ongunstig.
Een telegram van het hoofd der Volksgezondheid, Dr. Banning, ontvangen,
hield echter in, dat deze de hygiënische toestand niet zo onverdeeld
ongunstig vond.
Ook was het duidelijk, dat de evacuatie-organisaties te Dordrecht en Bot
terdam. langzamerhand hun taak zouden moeten beëindigen.
Verder werd de toestand in de haven van Zierikzee steeds ongunstiger,
daar de dwarsstroom door de gaten in de havendijken voortdurend, sterker
werd.
Kolonel van Waning informeerde bij B. en W. of zij de verantwoorde
lijkheid voor de langzame evacuatie aanvaardden, voorts, hoeveel mensen
er nog- in Zierikzee waren en hoeveel ervan B. en W. aanvaardbaar achtten»
Geantwoord werd, dat er ongeveer 5000 mensen in Zierikzee waren en dat
ca. 1000 mensen aanvaardbaar werden geacht.zodat er nog een 4000 mensen
zouden moeten evacueren.
Met vrijwillige evacuatie zou dit getal nimmer te bereiken zijn en bo
vendien gaf het.vrijwillige systeem aanleiding tot velo onbillijkheden
tegenover die mensen, welke op aandrang van de overheid wel waren ge
ëvacueerd..
Besloten werd., de Minister van Binnenlandse Zaken van de situatie op de
hoogte te stellen, evenals de Staatssecretaris van Marine, vice-admiraal
H.C.YJ. Moerman, welke laatste de volgende dag een bezoek aan Zierikzee
zou brengen.
Ook Ir. Maris, Hoofdingenieur Directeur-Generaal, van de Rijkswaterstaat
was. uitgenodigd.
Minister Beel berichtte, dat hij die dag naar Zierikzee zou komen.
Besproken werd nog de situatie, die zou kunnen ontstaan bij het komende
springtij, indien dit gepaard zóu gaan met veel opstuwing door de wind.
Indien dit nodig zou blijken, zouden Marine en Leger de nodige maat
regelen voorbereiden. Deze betroffen een alarmsysteem en evacuatie van
de bevolking op Marine-binnenvaart- en vissersschepen voor een tijd
van 36 uur.
Gerekend werd, dat te Zierikzee .dan plm.. 5000 mensen op schepen zouden
moeten.gaan. Hiervoor waren voldoende vaartuigen aanwezig, mits de'
R.T.M. boot in de haven zou liggen»
Die schepen zouden in de haven kunnen blijven, daar deze voldoende vei
ligheid bood, wat ook in de rampnacht was gebleken.
Nader zou worden beslist, of de mensen zoudenworden- geëvacueerd, of
ten dele zouden kunnen blijven.
Op Vrijdagmorgen 13 Februari arriveerden diverse autoriteiten, o.a.
Minister Be,el, Staatssecretaris Moorman, Dr» Banning, de officier en
substituut-officier van Justitie uit Middelburg en anderen.
(ir. Maris was niet aanwezig).
Op het stadhuis werd 's morgens een bespreking over de evacuatie ge
houden, waarbij ;ook verscheidenen bezoekers van de stafvergaderingen
aanwezig waren. Deze bespreking stond onder leiding van Minister Beel.
Verschillende heren gaven over dit punt hun mening te kennen»
Dr. Banning achtte de gezondheidstoestand niet onrustbarend, zekc-r
niet in het koude jaargetijde. Hij achtte het aantal inwoners even
wel te-groot om dit nog maanden lang te kunnen handhaven.
Ook de waterstaatkundige toestand werd niet direct levensgevaarlijk
geacht, maar toch wilde men-er rekening mee houden, dat in de.toe
komst -overstromingen in de stad zouden kunnen voorkomen.
Ook zou de gelegenheid te evacueren hoe langer hoe ongunstiger wor
den.. De toestand in de haven werrl er niet beter op en de hulp van Ma
rine en Leger zou spoedig verdwijnen.
Uiteindelijk werd besloten, tot..gedwongen evacuatie over te gaan. Deze
maatrege.l werd gebaseerd, op de artikelen 219 sh 220 van do Gemeentewet.
De Minister-had tevoren verklaard, dat een beperkte staat van beleg
niet mogelijk was, maar dat hij ten volle verantwoordelijkheid op zich
nam, krachtens bovengenoemde twee wetsartikelen.
